Les 4: Voedselkeuze

Les 4: Voedselkeuze
1 / 22
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Les 4: Voedselkeuze

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Wat je smaakvoorkeuren bepaalt.
  • Hoe je door je sociale omgeving beïnvloed wordt bij het maken van voedselkeuzes.
  • Hoe je door omgevingsfactoren beïnvloed wordt bij het maken van voedselkeuzes.
  • Voorbeelden van marketingstrategieën (zoals reclame) waardoor je beïnvloed wordt bij het maken van voedselkeuzes.
  • Hoe je ongezonde verleidingen kunt weerstaan.

Slide 2 - Slide

Start vraag!


Waar proef je mee?

Slide 3 - Slide

Wat is smaak?
een zintuigelijke waarneming die ontstaat bij het zien van bepaalde soorten voedsel of dranken
- vijf zintuigen

Slide 4 - Slide

5 Basis smaken
  • Zoet 
  • Zuur 
  • Zout 
  • Bitter
  • Umami
  • En??
Niet Goed!!

Slide 5 - Slide

Structuren
Wat voelt je mond, welke gevoel geeft het eten? Is het...
Zacht (aardappelpuree / pudding)
Hard / Krokant (winterwortel / chips)
Brokkelig (stoofvlees / oude kaas)
Vloeibaar (soep / saus)

Slide 6 - Slide

Aangeboren/Aangeleerd
Als baby! 
Vet en Zoet

Andere smaken leren we onszelf aan.
Soms moet je een smaak wel 10 tot 15 keer proeven voor je iets lekker vindt.

Slide 7 - Slide

Voedingskeuzes
  • Je maakt ongeveer 200 voedselkeuzes op een dag, de meeste daarvan zijn onbewust.
  • Keuzes maken? Doe je dat wel echt?

Slide 8 - Slide

Voedingskeuzes
Welke voedselverleidingen krijgt de peuter te verwerken?



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Voedingskeuzes
Hoeveel verleidingen heeft de peuter moeten doorstaan?

Reclames gebruiken verleiding
  • ze proberen een (goed) gevoel bij je op te wekken zodat het in je hoofd blijft plakken




Slide 11 - Slide

Hoe word je dan verleid?

Wederkerigheid 
 Het krijgen en teruggeven. Dit zijn vaak de gratis weggevertjes of extraatjes die je bij een product krijgt. Velen zijn dan sneller geneigd iets te kopen, bij wijze van ‘teruggeven’.

Slide 12 - Slide

Hoe word je dan verleid?

• Schaarste - De meest voorkomende onderbewuste prikkel. Je koopt sneller iets als het ‘bijna op’ is, een tijdelijke aanbieding is of “nu 10% gratis extra”.

Slide 13 - Slide

Hoe word je dan verleid?

• Autoriteit - We vertrouwen op de kennis van een expert. Zo kopen we sneller iets als een kenner zegt dat het een goed product is, of als de Consumentengids het aanprijst.

Slide 14 - Slide

Hoe word je dan verleid?

Sociale bewijskracht - Mensen willen zich identificeren met leeftijdsgenoten en vrienden. We kopen dus sneller iets als onze ‘kring’ dit ook doet, of als je weet dat 80% van je leeftijdsgenoten het koopt.

Slide 15 - Slide

Hoe word je dan verleid?
Sympathie - Mensen zeggen eerder ‘ja’ tegen een product als ze het bedrijf of merk sympathiek vinden.

Slide 16 - Slide

Hoe word je dan verleid?
Consistentie en binding - Mensen zijn graag consequent. Als we eerder ‘ja’ tegen een product zeiden, neigen we dat in de toekomst ook te doen. “Ik neem altijd dat merk.”

Slide 17 - Slide

Hoe word je dan verleid?
Per dag maak je meer dan 200 keuzes over eten. De meeste keuzes maak je dus onbewust.

 

Welke verleiders bepalen mede wat jij eet?
  • Reclame
  • Winkels
  • … wie weet er nog meer?

Slide 18 - Slide

waarom weerstand bieden tegen voedselverleiding?

Slide 19 - Slide

waarom weerstand bieden tegen voedselverleiding?
Overgewicht: BMI ≥ 25; matig overgewicht: BMI = 25-30; ernstig overgewicht: BMI ≥ 30 

Slide 20 - Slide

Waarom weerstand bieden tegen voedselverleiding?
Ongezonde voeding kan zorgen voor
  • Hartklachten
  • Diabetes (suikerziekte)
  • Hoge bloeddruk
  • Hoog cholesterolgehalte
  • Osteoporose (botontkalking)
  • Kanker
  • Overgewicht 
  • Psychologische problemen

Slide 21 - Slide

Aan het werk
  • Maken Les 4
  •  klaar? 
  • Woordenlijst maken 
  • Begin dan alvast met leren! 4december Theorie Toets!
  • Praktische opdracht inleveren op 4dec
  • Herkansen van Hoofdstukken aangeven bij AMG

Slide 22 - Slide