9.2 Goed geregeld

Leerdoelen 9.2
- Je kunt uitleggen hoe je lichaam regelt dat je bloed de juiste hoeveelheid stoffen bevat. 
- Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je te veel of te weinig glucose in je bloed hebt. 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Leerdoelen 9.2
- Je kunt uitleggen hoe je lichaam regelt dat je bloed de juiste hoeveelheid stoffen bevat. 
- Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je te veel of te weinig glucose in je bloed hebt. 

Slide 1 - Slide

Veranderingen in je lichaam
Je lichaam reageert op 2 manieren:
1. Verwijdert stoffen waarvan de concentratie in het bloed te hoog is. 
2. Vult stoffen aan waarvan de concentratie in het bloed te laag is.

Slide 2 - Slide

Bloedsuikerspiegel gedurende de dag

Slide 3 - Slide

Een gezond eetpatroon

Slide 4 - Slide

Regeling van de bloedsuikerpsiegel
Teveel glucose? -> Lever slaat het op

Te weinig glucose -> Lever geeft het weer af aan het bloed

Slide 5 - Slide

Uitscheidings- stelsel

Uitscheiding: overtollige, overbodige en giftige stoffen uit je bloed en uit je lichaam halen

Nieren maken urine

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

De nieren
- Nierschors en niermerg: verwijderen afvalstoffen, overtollig water, overtollige zouten en schadelijke stoffen uit het bloed -> de urine
- De urine wordt in de nierbekken verzameld
- In de blaas wordt urine opgeslagen
- Via de urinebuis gaat het naar buiten

Slide 8 - Slide

https://schooltv.nl/video-item/broodje-gezond-in-de-klas-hoeveel-water-is-gezond

Slide 9 - Slide

aan de slag
maak opdracht 1 tm 19
van 9.2

Slide 10 - Slide

wat heb je deze les geleerd?
Doe mee met de quiz

Slide 11 - Slide

De functie van de nieren is uitscheiding. Wat scheiden de nieren uit?
A
alleen overtollig water
B
overtollig water en zouten
C
schadelijke stoffen
D
overtollig water en zouten, afvalstoffen en schadelijke stoffen

Slide 12 - Quiz

Voor je lichaam is het belangrijk dat je bloedsuiker spiegel
A
Hoog is
B
Laag is
C
Niet te hoog wordt maar ook niet te laag

Slide 13 - Quiz

Wat is je bloedsuikerspiegel?
A
De hoeveelheid suiker in je lichaam
B
De hoeveelheid glucose in je bloed

Slide 14 - Quiz

Wat doen nieren?
A
Ze filteren bloed en verwijderen afvalstoffen (urine)
B
Ze maken nieuwe bloedcellen aan en verwijderen versleten bloedcellen
C
Ze nemen koolstofdioxide op en maken hier zuurstof van.
D
Ze helpen mee aan de vertering van moeilijke oplosbare stoffen zoals vetten

Slide 15 - Quiz

lesdoelen
- Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je te veel of te weinig glucose in je bloed hebt. 
-Je kunt uitleggen wat er aan de hand is als iemand diabetes heeft.
-Je kunt een leefstijladvies geven aan iemand met diabetes.

Slide 16 - Slide

Diabetes= suikerziekte
Alvleesklier maakt te weinig Insuline -> lever slaat te weinig glucose op
Glucose wordt uitgescheiden via de urine i.p.v. opgeslagen in de lever en spieren.

Slide 17 - Slide

Diabetes type 2 voorkomen
Steeds vaker krijgen  jonge mensen diabetes type 2. 
De alvleesklier werkt nog wel, maar de lichaamscellen zijn ongevoelig geworden voor insuline.
Genoeg bewegen, regelmatig sporten en gezond eten (weinig suikers/vet) kunnen diabetes type 2 voorkomen of zelfs genezen.



Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Dit hormoon wordt aangemaakt in de alvleesklier bij een te hoog bloedsuiker
A
insuline
B
glucagon
C
glycogeen
D
glucose

Slide 20 - Quiz

Er zijn twee hormonen die je bloedsuiker omhoog laten gaan...
Dit zijn
A
glycogeen en glucagon
B
insuline en glucagon
C
adrenaline en glucagon
D
insuline en glycogeen

Slide 21 - Quiz

Door insuline wordt de bloedsuikerspiegel
A
Hoger
B
Lager

Slide 22 - Quiz

Wat is er aan de hand met iemand die diabetes heeft?
A
de bijnieren werken onvoldoende
B
de schildklier werkt onvoldoende
C
maakt geen of te weinig glucagon
D
maakt geen of te weinig insuline

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Video

aan de slag
Maak opdrachten van 9.2 af.
Kijk na en verbeter je eventuele foutjes.

Slide 25 - Slide

Kun je antwoord geven op de lesdoelen?

Slide 26 - Slide

Rachid heeft diabetes.
Wat is een ander woord voor diabetes?

A
blaasontsteking
B
nierziekte
C
suikerziekte
D
nierziekte

Slide 27 - Quiz

Hoe kan je diabetes type 2 (ouderdom diabetes) verhelpen?
A
Helaas, niets aan toe doen.
B
Meer groente eten
C
Afvallen, bewegen en krachttraining
D
Geen suikers eten

Slide 28 - Quiz

Welke vorm van suikerziekte komt het meeste voor bij mensen met overgewicht?
A
Diabetes type 1
B
Diabetes type 2

Slide 29 - Quiz

.... komt veel voor bij mensen met overgewicht die weinig bewegen
A
diabetes type 1
B
diabetes type 2

Slide 30 - Quiz

Wat is er aan de hand bij diabetes type 2?
A
Dan reageert je lichaam niet op glycogeen
B
Dan reageert je lichaam niet op glucose
C
Dan reageert je lichaam niet op insuline
D
Dan reageert je lichaam niet op glucagon

Slide 31 - Quiz

De alvleesklier maakt 2 hormonen aan en als deze dat niet doet dan...
A
Insuline en glucagon, heb je diabetes type 2
B
Insuline en glucagon, heb je diabetes type 1
C
Insuline en suiker, heb je diabetes type 2
D
Insuline en suiker, heb je diabetes type 1

Slide 32 - Quiz