Module 5, week 2

1 / 25
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn voordelen van het zorgplan voor een zorgvrager?

Slide 7 - Open question

- Zorg is persoonlijk (op maat)
- Zorg is doorgaand (continuïteit)
- Duidelijkheid over behandeling, iedereen weet wat hij moet doen, verdelen verantwoordelijkheden (coördinatie) 
- Eigen betrokkenheid zorgvrager vergroten. 
Er zijn verschillende benamingen voor een zorgplan. Sleep de juiste benaming naar de bijbehorende sector.
Zorgplan
Ondersteuningsplan
Zorgleefplan
Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)
Verpleeg- en verzorgingstehuizen (VVT)
Gehandicaptenzorg (GHZ)

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Welke antwoorden horen bij de begrippen 'symptomen' en 'verschijnselen', sleep ze er naar toe. 
gaat om een mening
kan je niet zien of meten
Kan je zien of meten
Gaat om feitelijke gegevens
Symptomen
Verschijnselen
Symptomen
Verschijnselen

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Waar staat de afkorting ADL voor?
A
Algemene Dagelijkse Levensbehoeften
B
Alle Dagelijkse Leersituaties
C
Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen
D
Aandachtig Doelgericht Leren

Slide 10 - Quiz

De wlz plicht zorginstellingen een zorgplan bij te houden van zorgvragers
Is een zorgplan verplicht
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

De wlz plicht zorginstellingen een zorgplan bij te houden van zorgvragers
Waar staat de afkorting EPD voor?
A
Evaluatie Plan Doel
B
Elektronische patiënten dossier
C
Externe Patiënten Dossier
D
Elektronische Plan Dossier

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor type bron is dit? Sleep de personen naar de juiste bron. 
Secundaire bron
primaire bron
Naasten
Zorgvrager
Partner van zorgvrager
Andere hulpverlener

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Wat doet Jezus dat niemand anders durft?
A
Hij gaat naar de melaatse toe
B
Hij stuurt de melaatse weg
C
Hij vertelt de melaatse dat hij nooit meer beter wordt
D
Hij stuurt mensen om de melaatse te helpen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions