Toetsterm 5.4

Toetsterm 5.4
1 / 17
next
Slide 1: Slide
RetailmarketingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Toetsterm 5.4

Slide 1 - Slide

concurrentiegeoriënteerde prijsstrategie
vraaggeoriënteerde prijsstrategie
kostengeoriënteerde prijsstrategie
afroomprijsstrategie (skimming)
penetratieprijsstrategie
Bij de introductie van een product een hoge prijs om de kosten snel terug te verdienen. Na verloop van tijd daalt de prijs geleidelijk.
De prijs van de concurrenten geldt als uitgangspunt.
Eerst een lage prijs hanteren en na verloop van tijd veranderen in een hogere prijs zodra marktaandeel op de concurrenten is gewonnen.
Je neemt de kosten als basis voor je verkoopprijs.
De klant staat centraal. Hierbij bepaal je de prijs op basis van wat potentiële klanten bereid zijn te betalen voor het product en hoeveel vraag ernaar is.

Slide 2 - Drag question

Een fabrikant wil een nieuw product op de markt brengen. Uit recent verricht haalbaarheidsonderzoek blijkt dat hiervoor veel belangstelling bestaat. Snelheid is echter geboden, want enkele concurrenten hebben dezelfde plannen. Welke prijsstrategie kan de fabrikant het beste toepassen?
A
afroomprijsstrategie
B
kostengeoriënteerde prijsstrategie
C
penetratieprijsstrategie
D
vraaggeoriënteerde prijsstrategie

Slide 3 - Quiz

Een producent van babyluiers stimuleert detaillisten om grotere orders te plaatsen. Daarom krijgt elke klant, bij een bestelling van meer dan 1.200 pakken, 4% korting. Van welke kortingsvorm is hier sprake?
A
actiekorting
B
functionele korting
C
kwantumkorting
D
prestatiekorting

Slide 4 - Quiz

De Intratuin verkoopt alle kerstartikelen vanaf januari met korting. Van welke korting is sprake?
A
actiekorting
B
functionele korting
C
kwantumkorting
D
seizoenskorting

Slide 5 - Quiz

Een elektronicafabrikant brengt een nieuw product op de markt. De ontwikkeling hiervan heeft veel geld gekost. Dankzij de toekenning van een patent heeft de fabrikant het exclusieve recht op het uitbaten van deze uitvinding. Welke prijsstrategie is het meest geschikt?
A
afroomprijsstrategie
B
penetratieprijsstrategie
C
vraaggeoriënteerde prijsstrategie
D
concurrentiegeoriënteerde prijsstrategie

Slide 6 - Quiz

Wat is introductiekorting?
A
korting op de prijs door een bepaald jaargetijde
B
korting om tijdelijk een product te stimuleren
C
korting voor snelle betalers
D
korting om een nieuw product sneller in de markt te krijgen

Slide 7 - Quiz

Bij de garage krijg je korting omdat je jouw oude auto inruil. Van welke korting is dan sprake?
A
inruilkorting
B
betalingskorting
C
functionele korting
D
kwantumkorting

Slide 8 - Quiz

Je koopt in plaats van 1 Big Mac menu, 2 Big Mac menu's. Waar is hier sprake van?
A
upselling
B
crossselling
C
deepselling

Slide 9 - Quiz

Wat is omzetbonus?
A
korting op de prijs door een bepaald jaargetijde
B
korting om tijdelijk een product te stimuleren
C
korting op basis van het afnamevolume
D
korting voor een vaste klant

Slide 10 - Quiz

Wat is een functionele korting?
A
inruilkorting
B
relatiekorting
C
seizoenskorting
D
actiekorting

Slide 11 - Quiz

Je koopt een Big Mac menu met een Mcflurry. Waar is hier sprake van?
A
upselling
B
crossselling
C
deepselling

Slide 12 - Quiz

Wat is een kwantumkorting?
A
korting bij het plaatsen van grote orders
B
korting om tijdelijk een product te stimuleren
C
korting voor snelle betalers
D
korting voor een vaste klant

Slide 13 - Quiz

De Mc Donalds weet je te verleiden om een groot Big Mac menu te kopen in plaats van een medium menu. Waar is hier sprake van?
A
upselling
B
crossselling
C
deepselling

Slide 14 - Quiz

Een leverancier van bouwmaterialen wil zijn klanten stimuleren om sneller te betalen. Daarom krijgen klanten 3% korting bij betaling binnen acht dagen. Van welke vorm van korting is hier sprake?
A
actiekorting
B
betalingskorting
C
functionele korting
D
kwantumkorting

Slide 15 - Quiz

De Efteling bestelt en verkoopt al jaren de Unox rookworst in het park en ontvangt daarom korting. Van welke korting is sprake?
A
inruilkorting
B
betalingskorting
C
relatiekorting
D
kwantumkorting

Slide 16 - Quiz

Wat is een functionele korting?
A
inruilkorting
B
relatiekorting
C
seizoenskorting
D
functionele korting voor Adidas

Slide 17 - Quiz