Clase 3.11 verkort - mhv2 - repaso unidad 3

• Spaans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Clase 3.11

Hacer (doen/maken):

- fonética, p.65 (WB)
- preparación a la evaluación, p.66 (WB)

Aprender (leren):

- vocabulario: woordenlijst unidad 3

- gramática de unidad 3

Planificación: Hoy es ...

1. Reglas de la clase	5 min
2. Repaso: unidad 3	10 min
3. Fonética	15 min
4. Preparación a la evaluación	10 min
5. La próxima clase	min

Después de esta clase... (Na deze les...)

... heb je geoefend met de uitspraak van de G en de J.

... heb je grammatica van unidad 3 herhaald.

... weet je waar je nog mee moet oefenen voor de toets volgende week.

Reglas de la clase

1. Je telefoon is thuis of in de kluis.
2. Bij binnenkomst op je plek zitten, jas uit en tas van tafel.
3. Je hebt altijd je spullen mee: boeken, schrift, pen, opgeladen device.
4. Als een ander praat, ben je stil en luister je.
5. Wanneer de docente uitleg geeft, zijn jullie stil en maken jullie aantekeningen in je schrift.
6. We lachen elkaar niet uit.
7. Je ruimt pas op als de docent dat aangeeft.
8. Heb je een les gemist? Vraag aan klasgenoten om aantekeningen, welke opdrachten in te halen...

Repaso: unidad 3

Pak je device erbij en log in via lessonup.app

YO

el marido

el hermano

la abuela

la media hermana

la madre

el abuelo

el padre

ENKELVOUD / SINGULAR

(yo) ____________ libro

(tú) ____________ libro

(él/ella/usted) ____________ libro

(nosotros/as) ____________ libro

(nostros/as) ____________ casa

(vosotros/as) ____________ libro

(vosotros/as) ____________ casa

(ellos/ellas/ustedes) ____________ libro

MEERVOUD / PLURAL

(yo) ____________ libros

(tú) ____________ libros

(él/ella/usted) ____________ libros

(nosotros/as) ____________ libros

(nostros/as) ____________ casas

(vosotros/as) ____________ libros

(vosotros/as) ____________ casas

(ellos/ellas/ustedes) ____________ libros

su

su

vuestro

vuestra

nuestro

nuestra

mi

tu

sus

sus

vuestros

vuestras

nuestros

nuestras

mis

tus

Persoonlijk voornaamwoorden / Pronombres personales

ik

jij

hij

zij (enkelvoud)

u (enkelvoud)

wij

jullie

zij (meervoud)

u (meervoud)

nosotros/-as

ellos

yo

usted

vosotros/-as

ellas

ella

ustedes

él

tú

Vervoeg het werkwoord
"tener"

Vervoeg het werkwoord
"ser"

Vervoeg het werkwoord
"hacer"

Vervoeg het werkwoord
"poner"

Fonética

Libro de trabajo: página 65

pista 22

pista 23

pista 24

Preparación a la evaluación

Libro de trabajo: página 66

La próxima clase

Vamos a...

... repasar unidad 3.

Deberes:

- Magister.Learn clase 3.11

- aprender todo de unidad 3

Hasta la próxima clase

• Stoel netjes aanschuiven.
• Papieren van de grond / tafels.