les 5 BBL maandag

Week 5
terminale en stervens fase
Palliatieve sedatie en euthanasie




1 / 41
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Week 5
terminale en stervens fase
Palliatieve sedatie en euthanasie




Slide 1 - Slide


De studenten benoemen de belangrijkste taken van een verpleegkundige in de terminale fase en stervensfase. verder  leggen zij uit hoe zij goede nazorg kunnen bieden.

De studenten kunnen de procedures rondom palliatieve sedatie en euthanasie beschrijven             
  Stelling: Ik ga de opgegeven leerdoelen halen vandaag.
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Eerst even wat herhaling van de vorige lessen...

Slide 3 - Slide

Een andere naam voor palliatieve zorg is terminale zorg.
A
Eens
B
Oneens

Slide 4 - Quiz

Palliatieve sedatie is een goed alternatief voor euthanasie.
A
Eens
B
Oneens

Slide 5 - Quiz

Wat doe je bij dyspneu in de terminale fase?
A
Morfine starten of ophogen
B
Morfine afbouwen en stoppen i.v.m. ademhalingsdepressie
C
Salbutamol vernevelen

Slide 6 - Quiz

Fentanyl veroorzaakt minder vaak obstipatie dan morfine
A
Eens
B
Oneens

Slide 7 - Quiz

Xylometazoline (neusspray) bij verstopte neus vermindert de werking van Instanyl (fentanyl neusspray)
A
Eens
B
Oneens

Slide 8 - Quiz

Waar gaan we aan dood?
De belangrijkste oorzaken in Nederland:
  • Kanker
  • Hart- en vaatziekten
  • Ziekten van het zenuwstelsel ( Parkinson, epilepsie, multiple sclerose (MS) en verschillende spierziekten)
  • Aandoeningen van de ademhalingsorganen (copd etc)

Slide 9 - Slide

Palliatieve vs terminale zorg

Slide 10 - Slide

symptomen:

  • Vermoeidheid
  • Pijn
  • Misselijk & Braken
  • Dyspnoe
  • Obstipatie
  • Ileus
  • Delier: in stervens fase 80 %!
  • Angst
  • Depressie
Terminale zorg :
  • zorg voor diegene die niet meer beter worden
  • Overlijden < 3 mnd
  • Richt zich op de kwaliteit van sterven

Palliatieve zorg richt zich daartegen op de kwaliteit van leven.

Slide 11 - Slide

Terminale zorg?

De verpleegkundige richt de zorg op een rustig en 
een kwalitatief goed stervensproces:
Symptomen controleren en bestrijden, waarbij het behoud van cognitieve functies soms niet meer haalbaar of niet wenselijk is. 
  • Eventuele behandelingen richten zich alleen tot last te verminderen  
  • De zorgvrager is in deze fase vaak niet meer wilsbekwaam. 
  • Samenwerken, overleg en het maken van afspraken met de zorgvrager en zijn sociale netwerk centraal. Geven van voorlichting aan vooral het sociale netwerk. zorg voor naasten


Slide 12 - Slide

Stervensfase


patiënten overlijden niet omdat ze niet meer eten, ze eten niet meer omdat ze overlijden

Slide 13 - Slide

Markeren van de stervensfase
Belang van tijdige markering voor patiënten

  • Van symptoom controle naar optimaal comfort.
  • Voorbereiden op naderende dood – afscheid kunnen nemen

  • Terugtrekken uit het leven vraagt om ‘met rust gelaten te worden

Slide 14 - Slide

 Het stervensproces
  • Sterven is een proces - lichaamsfuncties gaan steeds verder achteruit : vertel:
  • zintuigen: 
  • gevoel / gezichtsvermogen
  • eten en drinken: 
  • minder behoefte aan eten en drinken
  • ademhaling: 
  • slechter slikken > ophoping van slijm in keel (rochelen)
  • temperatuur -
  •  kan lager worden of terminale koorts (40gr) 

  • incontinentie:
  • CAD / inco
  • cyanose (blauw worden)
  • - bloedsomloop verslechtert/ bloeddruk wordt lager > doodsmasker 
  • Abstineren:
  • staken of afzien van levensverlengend handelen

Slide 15 - Slide

welke Zorg tijdens de stervens fase?
Kwaliteit van sterven staat centraal.: vertel welke verpleegkundige taken voer je uit?

  • Alle zorg is gericht op het bieden van comfort. 
  • Voorlichting geven aan de naasten. 
  • Goede mondzorg
  • Verschonen van incontinentiemateriaal
  • Wassen van het gezicht, de handen en de genitaliën. 
  • Pijnmedicatie: insuflon. 

  • Besteed aandacht aan naasten en mantelzorgers.   begeleiding 
  • het niet willen loslaten.

eerlijk en oprecht

Slide 16 - Slide

Het overlijden 
Iemand is overleden als er geen hartslag en geen ademhaling meer is 

Slide 17 - Slide



Na het overlijden 

Slide 18 - Slide

Wat is het eerste wat je doet als een cliënt is overleden?
A
De uitvaartonderneming (laten) bellen
B
De gemeente vragen om toestemming voor crematie
C
De familie bellen om te zeggen dat hun familielid is overleden
D
Een arts raadplegen om de dood te laten vaststellen

Slide 19 - Quiz

Na het overlijden
Wanneer de dood is vastgesteld, moet een arts de lijkschouwing doen. 
Het doel hiervan is een niet-natuurlijke dood uit te sluiten. 

De overledene moet binnen drie uur geschouwd worden.

 Er moet wel direct geschouwd worden als de familie daarom vraagt of als er een vermoeden van een onnatuurlijke dood is.
 of bij lichaam aan de wetenschap stellen

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Niet natuurlijke dood?
  • de dood als gevolg van ongeval, geweld, misdrijf, zelfmoord
  • de dood als gevolg van euthanasie 
  • bij fouten in zorgverlening (vb medicatiefout met dood als gevolg)
  • bij dood door een val 
  • bij overlijden na een week/ weken aan de gevolgen van incident 
  • bij minderjarige

Slide 22 - Slide

Opdracht: Eerste zorg na overlijden
Situatie : Een patiënt op je  afdeling is zojuist overleden. Je bent verantwoordelijk voor de eerste zorg.

Vraag : Beschrijf in maximaal vijf stappen welke handelingen je als verpleegkundige direct na het overlijden. 


2 e vraag: wat te doen met cliënten dossier?


Slide 23 - Slide

Bevestigen van het overlijden

Inlichten van familie en naasten

Respectvolle verzorging van overledene

Documentatie en administratie

Voorbereiden voor overplaatsing
Verzorging van het lichaam ?

Leg cliënt op rug - hoofd op kussen - handen op de borst 
Vraag nabestaanden of het kunstgebit in moet, voordat mond wordt gesloten 
 zet raam open of airco aan
iedereen mag het lichaam afleggen - overleg met nabestaanden
handdoek onder de kin.
kath. en infuus etc uit.
Haren ? 
gezicht wassen? bloed sputum etc 
inco aan?

Slide 24 - Slide

bijzonderheden na overlijden:
obductie: precieze doodsoorzaak, erfelijke informatie, verbeteren van behandelingen (voor artsen)
sectie: onderzoek van het lichaam op verzoek van justitie
lichaam voor de wetenschap:  geen lichaam om afscheid van te nemen

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Pacemaker en icd?
Iemand met een pacemaker kan net zo goed als ieder ander dood gaan. 
Bij ernstig zieke patiënten is de elektrolytenhuishouding vaak ernstig in de war en is hierdoor het hart niet meer prikkelbaar, dus ook niet door een pacemaker.
 
een ICD
 Een ICD maakt door middel van een schok van zo'n 35-40 Joule een einde aan een veel de snel hartritme (Ventrikel tachycardie of Ventrikel fibrilleren), dat niet met leven verenigbaar is.

 Als een hart zo ziek is, zal er vrij snel weer zo'n gevaarlijk snel ritme optreden, wat de ICD uiteindelijk geen halt meer kan toeroepen.


 Wil je dat er op het laatste moment, als het overlijden nabij is, nog dat de drager zulke shocks krijgt? 

Slide 27 - Slide

Pauze
korte pauze!


timer
0:10

Slide 28 - Slide

opdrachtje 
euthanasie?
casus 1,2 en 3
wat weet jij hiervan?
timer
10:00

Slide 29 - Slide

Palliatieve sedatie
  • Opzettelijk verlagen van het bewustzijn
  • Niet bedoeld om leven te verkorten:  Maar om onbehandelbaar lijden te behandelen

  • Normaal medisch handelen.

  • Niet te vroeg beginnen: max 14 dagen!

  • Bij pijn, kortademigheid, delier

Slide 30 - Slide

Palliatieve sedatie:

Opzettelijk verlagen van het bewustzijn

Niet bedoeld om leven te verkorten: Maar om onbehandelbaar lijden te behandelen
Normaal medisch handelen.

Niet te vroeg beginnen: max 14 dagen!

Bij pijn, kortademigheid, delier

Mate van sedatie: oppervlakkig/diep (diep: levensverwachting max 14 dgn)

Hoe?


  • Uitvoering:
  • 1. Midazolam s.c. pomp of injecties
  • 2. Morfine sc pomp of injecties

  • Alle medicatie staken (afbouwen) m.u.v. haloperidol en dexamethason en evt scopiderm ( tegen reutelen)



Slide 31 - Slide

Palliatieve sedatie
Verder niet vergeten: 
  • Nicotinepleister bij roker plakken !
  • Voeding en vocht staken (bij diepe continue sedatie)
  • Denk aan blaaskatheter, wondverzorging, voorkomen van decubitus (Barriere crème), etc. 

Slide 32 - Slide

Palliatieve sedatie
Euthanasie
Lijden verlichten
Lijden stoppen
Niet-levensverkortend
Levensverkortend
Bewustzijn verlagen
Doden
Terminale fase
Niet-terminale fase
Door arts en verpleging
Alleen door arts

Slide 33 - Slide

1. Lidocaïne - ter verdoving van de injectieplek
2. Thiopental - een coma-inductor
3. Natriumchloride - doorspuiten van de infuuslijn
4. Rocuronium - spierverslapper
5. Natriumchloride - doorspuiten van de infuuslijn

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Link

Wilsbekwaam bij aanvraag.
Vrijwillig en niet éénmalig.
Medisch uitzichtloos = ongeneeslijk
               terminaal
               niet-terminaal
Wilsbekwaam bij aanvraag.
Aanvraag is zelfgeschreven.
Vrijwillig en niet éénmalig.
Medisch uitzichtloos = ongeneeslijk
       Terminaal

      
       

Niet-terminaal
Voorwaarden Euthanasie
door 1e arts + 2de controle arts bevestigd en mag nadien uitgevoerd worden
Naast 1e en 2de arts ook nog 3de arts (specialist) nodig. Mag pas na 1 maand wachttijd worden uitgevoerd.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Orale methode (hulp bij zelfdoding)
De arts neemt altijd een extra set intraveneuze euthanatica mee

Start 12 uur van tevoren met toedienen metoclopramide: 12 uur ervoor, 6 uur ervoor en 1 uur ervoor. 
Barbituraatdrank (pentobarbitol - vieze bittere nasmaak) 

Pentobarbital werkt door het verplaatsen van de hersenactiviteit, vooral in de delen die de ademhaling en hartslag regelen. Dit zorgt ervoor dat de ademhaling en hartslag steeds langzamer worden, totdat ze helemaal stoppen. 

meestal overlijden binnen een uur.

Slide 38 - Slide

VRAGEN
Vragen

Slide 39 - Slide

Leerdoelen van vandaag

De studenten benoemen de belangrijkste taken van een verpleegkundige in de stervensfase en leggen uit hoe zij goede nazorg kunnen bieden.
De studenten kunnen de procedures rondom palliatieve sedatie en euthanasie beschrijven

  



Slide 40 - Slide

Stelling:
Ik heb de leerdoelen voor vandaag gehaald.
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll