When to use present perfect?
- Wat nog steeds voortduurt (for, since)
- Nadruk op het resultaat / invloed op nu
- Wanneer niet duidelijk/ belangrijk is wanneer iets gebeurd is
- Dingen die net/kort geleden gebeurd zijn (just, this week, today)
- Dingen die eenmalig in het verleden zijn gebeurd (never)