What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Oefenen met werkwoordspelling
Lesdoelen
Je kent de onderstaande onderdelen:
PV TT: d of dt?
PV VT: -de(n), -dde(n), -te(n), -tte(n)
PV VT van sterke werkwoorden
Voltooide en onvoltooide deelwoorden
Volt. deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Lesdoelen
Je kent de onderstaande onderdelen:
PV TT: d of dt?
PV VT: -de(n), -dde(n), -te(n), -tte(n)
PV VT van sterke werkwoorden
Voltooide en onvoltooide deelwoorden
Volt. deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Persoonsvorm TT (Tegenwoordige tijd)
Onderwerp
voor:
Onderwerp
achter:
Ik Stam Stam Ik
Jij Stam + t
Stam Jij
Hij / zij / het Stam + t Stam + t Hij / zij / het
Wij Hele ww Hele ww Wij
Jullie Hele ww Hele ww Jullie
Zij Hele ww Hele ww Zij
Slide 3 - Slide
Voorbeeld:
worden
Onderwerp voor: Onderwerp achter:
Ik
word
Stam
Word
ik Stam
Jij
wordt
Stam + t
Word
jij Stam
Hij/zij/het
wordt
Stam + t
Wordt
hij/zij/het Stam + t
Wij worden Hele ww Worden wij Hele ww
Jullie worden Hele ww Worden jullie Hele ww
Zij worden Hele ww Worden zij Hele ww
Slide 4 - Slide
Ik word/wordt helemaal gek van die werkwoorden.
A
word
B
wordt
Slide 5 - Quiz
Jij vind/vindt het wel leuk volgens mij.
A
vind
B
vindt
Slide 6 - Quiz
Nou, nee hoor. Ik vind/vindt er ook geen bal aan.
A
vind
B
vindt
Slide 7 - Quiz
De uitnodiging vermeld/vermeldt niet hoe laat het feest begint.
A
vermeld
B
vermeldt
Slide 8 - Quiz
De zwemmer werd gered.
—> de ................... zwemmer
A
gerede
B
geredde
C
gereden
D
geredden
Slide 9 - Quiz
Je raad/raadt nooit wie ik vandaag bij het station tegenkwam.
A
raad
B
raadt
Slide 10 - Quiz
Wij (wachten) samen op de bus (VT)
A
wachten
B
wachtten
Slide 11 - Quiz
Ik benijd/benijdt je echt om je mooie rode krullen!
A
benijd
B
benijdt
Slide 12 - Quiz
Het water is uit de mok geklotst.
—> het ________________ water
A
geklots
B
geklotst
C
geklotste
D
geklotsten
Slide 13 - Quiz
Femke ruimde (mopperen) haar kamer op
A
mopperende
B
mopperent
C
mopperend
Slide 14 - Quiz
Ze (beantwoorden) de vraag op de juiste manier (VT)
A
beantwoordde
B
beantwoorde
Slide 15 - Quiz
Rijd/Rijdt je broer al lang op die brommer?
A
Rijd
B
Rijdt
Slide 16 - Quiz
(huilen) rende ze de klas uit
A
huilend
B
huilende
C
huilent
Slide 17 - Quiz
Het (slachten) schaap lag in de vitrine
A
geslachtte
B
geslachte
Slide 18 - Quiz
De korting werd bij de kassa (verrekenen)
A
verrekent
B
verrekend
Slide 19 - Quiz
De trein werd verwacht.
—> de ______________ trein
A
verwachte
B
verwachtte
C
verwachten
D
verwachtten
Slide 20 - Quiz
De kat gaf (miauwen) aan dat het haar niet beviel.
A
miauwende
B
miauwend
C
miauwent
Slide 21 - Quiz
Houd/Houdt de keeper van jouw elftal weleens een penalty tegen?
A
Houd
B
Houdt
Slide 22 - Quiz
De foto werd vergroot.
—> de .............. foto
A
vergrootte
B
vergroten
C
vergrootten
D
vergrote
Slide 23 - Quiz
More lessons like this
Fictie & werkwoordspelling week 40 1B les 1
September 2022
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Persoonsvorm TT
October 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Persoonsvorm TT
September 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
2TH - Spelling PVTT
September 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Persoonsvorm TT
1 month ago
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Fictie & werkwoordspelling week 40 1B les 2
October 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
October 2023
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Primary Education
Age 7
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
April 2018
- Lesson with
27 slides
by
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo