7.5 Een populatie vol allelen (deel 1)

Hoofdstuk 7
7.5 Een populatie vol allelen
Reflectie en voorkennis
1. Wat is het verschil tussen een heterotroof en autotroof organisme?
2. Wat wordt bedoeld met allelfrequentie? 
3. Hoe noemen we het proces waarbij de allelfrequentie van een populatie door toeval veranderd? 

1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 7
7.5 Een populatie vol allelen
Reflectie en voorkennis
1. Wat is het verschil tussen een heterotroof en autotroof organisme?
2. Wat wordt bedoeld met allelfrequentie? 
3. Hoe noemen we het proces waarbij de allelfrequentie van een populatie door toeval veranderd? 

Slide 1 - Slide

Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Verwerken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
1.  Je kunt benoemen aan welke eisen een Hardy-Weinberg evenwicht moet voldoen.
2. Je kunt de formules p + q=1 en p2+2pq + q2=1 toepasssen.


Slide 3 - Slide

Instructie
1.  Kijk het filmpje in ieder geval tot 11:00. De laatste 6 minuten alleen als je het interessant vindt.

2. Tijdens het filmpje volgen oefenvragen.

3. Bij dit onderwerp is het belangrijk om erg veel te oefenen!


Slide 4 - Slide

9

Slide 5 - Video

05:34
Wat bereken je met de formule p+q=1?
A
De allelfrequenties
B
De genotypefrequenties?

Slide 6 - Quiz

05:34
Wat bereken je met de formule p2+2pq + q2=1
A
De allelfrequenties
B
De genotypefrequenties

Slide 7 - Quiz

05:34
Waar staat p voor?
A
p is de allelfrequentie van het dominante allel
B
p is de allelfrequentie van het recessieve allel
C
p is de genotypefrequentie van de dominante homozygoot
D
p is de genotypefrequentie van de recessieve homozygoot

Slide 8 - Quiz

05:34
Waar staat 2pq voor?
A
pq is de allelfrequentie van het heterozygote allel
B
pq is de allelfrequentie van het recessieve allel
C
pq is de genotypefrequentie van de dominante homozygoot
D
pq is de genotypefrequentie van de heterozygoot

Slide 9 - Quiz

05:34
Om te onthouden!
Met de allelfrequentie heb je het over de verhouding van het dominante allel (p) en het recessieve allel (q) in een populatie. p=q=1

Met de genotypefrequenties heb je het over de combinatie van allelen (dus dominant homozygoot; p2, recessief homozygoot; q2 en heterozygoot; 2pq) die voorkomen in een populatie.  p2+2pq+q2=1

Slide 10 - Slide

09:28
Bij mannen is het gen voor een bepaalde vorm van kaalheid dominant en niet X-chromosomaal. Bij vrouwen worden alleen individuen die homozygoot zijn voor deze vorm van kaalheid, min of meer kaal op latere leeftijd. In een steekproef van 10.000 mannen uit een populatie die in Hardy Weinberg evenwicht is, hebben 7225 mannen het genotype waardoor ze niet kaal zullen worden. Kaalheid op jeugdige leeftijd heeft geen invloed op huwelijks of voortplantingskansen. Bereken voor een steekproef van 10.000 vrouwen uit deze populatie het aantal vrouwen dat helemaal niet kaal zal worden. Het antwoord is?
A
7225
B
2775
C
9775
D
225

Slide 11 - Quiz

09:28
UITWERKING

Stap 1:
Allel frequentie
Niet kaal (aa) 7225: 10.000 = 0,7225   a = √0,7225 = 0,85(q) 

p + q = ? + 0,85 = 1 (want in opgave staat H-W-evenwicht)
p (A) = 0.15 en q (a) = 0,85
Stap 2:
Hoeveel vrouwen van 10.000 niet kaal
Niet kaal (aa en Aa)
Kaal (AA) A=0,15      AA=0,152 = 0,0225 of 2,25%
Totaal: 2,25% van 10.000 mensen= 225 zijn kaal, dus 9775 zijn er niet kaal.

Het goede antwoord is dus 9775!



Slide 12 - Slide

09:28
Een populatie is in Hardy Weinberg evenwicht voor 2 niet gekoppelde genen A en B. (a) Wat is de frequentie van het genotype AaBB wanneer de frequentie van het recessieve allel a 0.60 is en de frequentie van het recessieve allel b 0.20 is?

Slide 13 - Open question

09:28
In Californië worden zogenaamde Shorthorn runderen gefokt. Bij Shorthorn runderenkomen de allelen CR en CW voor vachtkleur voor. Dieren met het genotype CRCR hebben een rode vacht, dieren met het genotype CRCW zijn roodbont en dieren met het genotype CWCW zijn wit.In een bepaald gebied/ leven op een bepaald moment 99 rode, 48 witte en 153roodbonte Shorthorn runderen.
Bereken de frequentie van het allel CR in de genenpool van deze populatie. Geef je antwoord in procenten.

Slide 14 - Open question

Verwerken
  • Ga naar de planner op It's Learning en maak de opdrachten bij de les: Een populatie vol allelen (Paragraaf 8.3).
    -> Basis: in ieder geval
    -> Extra hulp: als je denkt de leerdoelen nog niet te beheersen.
    -> Verdieping: bij uitdaging of ter oefening van toets/examenvragen.
  • Kijk de gemaakte opdrachten ook na. De antwoorden staan onder bronnen (hoofdstuk 8).
  • Mail je vragen naar je docent of maak gebruik van het chat-uurtje.

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
1.  Je kunt benoemen aan welke eisen een Hard-Weinberg evenwicht moet voldoen.
2. Je kun de formules p + q=1 en p2+2pq + q2=1 toepasssen.


Slide 16 - Slide