This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Examenvoorbereiding: Globalisering
Slide 1 - Slide
Programma:
Korte check kennis
Checken kaartenbijlage
Oefenen opgaves globalisering
Slide 2 - Slide
Geef een indicator waarbij geldt: hoe hoger hoe beter een land ontwikkeld is
Slide 3 - Mind map
Geef een indicator waarbij geldt: hoe hoger hoe slechter een land ontwikkeld is
Slide 4 - Mind map
Kaartenbijlage
Op het Centraal Examen krijg je:
- Opdrachten (zoals normaal bij SE's)
- Bronnenbijlage (zoals normaal bij SE's)
- Kaartenbijlage (geen atlas!)
Komende 2 opgaven komen uit het CE van 2021 (tijdvak 1 en 3)
Daarom: Check even de kaartenbijlage
Slide 5 - Slide
In de koloniale periode is de basis gelegd van het huidige centrum-periferiepatroon. Na de dekolonisatie behoorden Burkina Faso en Vietnam beide tot de groep van perifere landen. Tegenwoordig neemt Vietnam in het wereldsysteem een andere positie in. Geef met twee voorbeelden uit bron 2 aan waaruit deze andere positie van Vietnam blijkt.
Slide 6 - Open question
Gebruik bron 1. In Burkina Faso is door de kolonisatie Frans de officiële taal geworden. In Vietnam is de officiële taal Vietnamees gebleven. Beredeneer met bron 1 waarom in Burkina Faso de officiële taal Frans is geworden, maar in Vietnam niet.
Slide 7 - Open question
Gebruik de bronnen 2 en 3. Neem de onderstaande tabel over op je antwoordblad. Geef in de tabel aan welk cirkeldiagram uit bron 3 bij elk land hoort en welk leeftijdsdiagram uit bron 3 bij elk land hoort.
Slide 8 - Open question
Gebruik bron 1. Geef twee oorzaken waardoor de ligging van Burkina Faso in de huidige globaliserende wereld minder gunstig is dan de ligging van Vietnam.
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Open question
Steeds meer Indiase migranten kiezen ervoor zich in Nederland te vestigen. Binnen Europa vestigen de meeste Indiase migranten zich echter nog altijd in het Verenigd Koninkrijk. Beredeneer waarom Indiase migranten zich vooral in het Verenigd Koninkrijk vestigen.
Slide 14 - Open question
Arbeidsmigranten hebben economische motieven om naar Nederland te komen. Tussen arbeidsmigranten uit India en uit Afrika bestaan wel sociaaleconomische verschillen. Geef twee sociaaleconomische verschillen tussen deze twee groepen migranten.
Slide 15 - Open question
Gebruik de bronnen 4 en 5 en het kaartenkatern. Indiase migranten vestigen zich in Nederland vooral in vier gemeenten. Geef - met bron 5 aan in welke vorm van dienstverlening de meeste Indiase migranten in Nederland werkzaam zijn; - voor Indiase migranten een pull-factor van deze gemeenten vanuit sociaal-cultureel oogpunt.
Slide 16 - Open question
Gebruik bron 4. In Nederland vindt diffusie van de Indiase cultuur vooral op regionaal schaalniveau plaats. Beredeneer dit.
Slide 17 - Open question
Slide 18 - Open question
Gebruik de bronnen 1 en 2. Indicatoren op nationale schaal, zoals het percentage mannen met een BMI hoger dan 30, zijn te gebruiken om landen met elkaar te vergelijken. Geef - het verband tussen welvaart en het percentage mannen met een BMI hoger dan 30; - een nadeel van indicatoren op nationale schaal.
Slide 19 - Open question
Volgens Van de Vijver (bron 3) zal in Afrika het percentage mensen met een hoge BMI de komende jaren sterk toenemen. Een belangrijke oorzaak hiervan is verstedelijking. Geef twee redenen waarom verstedelijking in Afrika kan leiden tot een toename van het percentage mensen met een hoge BMI.
Slide 20 - Open question
Gebruik bron 3. Van de Vijver beschrijft in zijn boek Vet Arm dat Afrika nog altijd traditionele ontwikkelingsvraagstukken kent, maar dat ook overgewicht een groeiend probleem is. Het terugdringen van overgewicht in Afrika blijkt lastig. Geef: een ontwikkelingsvraagstuk dat van oudsher kenmerkend is voor Afrika; twee redenen vanuit de sociaal-culturele dimensie waarom het terugdringen van overgewicht in Afrika lastig blijkt.