10 december leestekens start

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag
Laatste vragen over betoog
Interpunctie: leestekens


Slide 2 - Slide

timer
15:00

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

(in)directe rede: opschrijven wat iemand zegt

Slide 5 - Slide

(In)directe rede

Directe rede: je schrijft woord voor woord op wat iemand zegt (citaat) - aanhalingstekens


Indirecte rede: je schrijft iemands woorden niet letterlijk op - geen aanhalingstekens

Slide 6 - Slide

Voorbeelden

De moeder zei tegen Jaap: "Ruim je spullen op."


De moeder van Jaap zei dat hij zijn spullen op moest ruimen.


"Ik wil niet naar school", zei het meisje.


"Waarom", vroeg de jongen, "wil jij niet naar school?"



Slide 7 - Slide

dubbele punt
1. opsomming
Ik koop van alles: chocola, koek en chips.

2. in plaats van 'want'
Ik wil graag op vakantie: dan hoef ik even niks aan school te doen.

Slide 8 - Slide

dubbele punt
3. Als iemand letterlijk iets zegt.
Hij zei tegen mij: "Mag ik je boek lenen?"

4. Als je een tijd of plaats aangeeft.
Tijd: 8.00
Plaats: Doorn

Slide 9 - Slide

Maken 
3.2 B

Klaar? Ga verder oefenen met werkwoordspelling bij hoofdstuk 10, of ga je verder voorbereiden op je betoog.

Gebruik je tijd goed! Houd je eigen voortgang bij.

Slide 10 - Slide