De centralisatie door de Bourgondiërs werd in de Nederlandse gewesten niet gewaardeerd.
Gewesten wilden hun vrijheid en privileges niet kwijtraken. Vanaf 1477 braken er opstanden uit. Nederland stond in deze tijd onder leiding van de Hertoging Maria van Bourgondië.
Zij ging akkoord met de eisen van de gewesten door het groot privilege te tekenen.