This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Terugblik
Slide 2 - Slide
Welke stroomkring is serie geschakeld?
A
Het linker plaatje
B
Het rechter plaatje
Slide 3 - Quiz
Opdracht 3: sleep de foto's naar het juiste vak
Isolator
Geleider
Slide 4 - Drag question
Wat is stroomsterkte
A
Hoeveelheid stroom
B
Hoeveelheid deeltjes die per seconde voorbij komen
C
De energie die deeltjes met zich mee dragen
D
De benzine in de tankautos
Slide 5 - Quiz
Wat is spanning
A
Hoeveelheid stroom
B
Hoeveelheid deeltjes die per seconde voorbij komen
C
De energie die deeltjes met zich mee dragen
D
De benzine in de tankautos
Slide 6 - Quiz
Serie of parallel schakeling?
A
Serie
B
Parallel
Slide 7 - Quiz
Serie of parallel schakeling?
A
Serie
B
Parallel
Slide 8 - Quiz
De elektrische stroom gaat altijd van de spanningsbron naar het apparaat.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Waarom krijgen wasmachines vaak een 'eigen groep'?
A
Hogere spanning
B
Hoge stroom
C
Werkt met water
D
Grotere kans op kortsluiting
Slide 10 - Quiz
Wat moet een stroomkring sowieso bevatten?
A
- Spanningsbron
- Verbindingssnoeren
- Apparaat
B
- Spanningsmeter
- Verbindingssnoeren
- Apparaat
C
- Stroommeter
- Verbindingssnoeren
- Apparaat
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Elektromotor
Een elektromotor werkt met een permanente magneet en een draaibare spoel.
Hij zet elektrische energie om in bewegingsenergie.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Opdrachten uit je boek:
Deze zijn verplicht!!!
Slide 21 - Slide
Hieronder zie je vier verschillende manieren waarop twee permanente magneten met de polen naast elkaar liggen. Sleep een groene krul naar de tweetallen die elkaar aantrekken en een rode kruis naar de tweetallen die elkaar afstoten.
2
Slide 22 - Drag question
Sleep de namen naar het juiste plaatje
3
Staafmagneet
Hoefijzermagneet
Naaldmagneet
Slide 23 - Drag question
Sleep de stoffen die door een magneet aangetrokken worden naar het rode vak. Sleep de stoffen die niet worden aangetrokken door een magneet naar het groene vak
4
Aluminium
Zinc
Tin
Ijzer
Hout
Koper
Plastic
Nikkel
Chroom
Slide 24 - Drag question
Sleep de onderdelen die je beslist nodig hebt voor een elektromagneet naar het groene vak.
5
Magneet
Spoel
Spanningsbron
Ijzeren kern
Verbindingssnoertjes
Slide 25 - Drag question
Welke magneet is altijd magneet?
6a
A
Elektromagneet
B
Permanente magneet
C
Beide
D
Geen
Slide 26 - Quiz
Welke magneet heeft noordpool?
6b
A
Elektromagneet
B
Permanente magneet
C
Beide
D
Geen
Slide 27 - Quiz
Welke magneet heeft zuidpool?
6c
A
Elektromagneet
B
Permanente magneet
C
Beide
D
Geen
Slide 28 - Quiz
Welke magneet kun je aan en uitzetten?
6d
A
Elektromagneet
B
Permanente magneet
C
Beide
D
Geen
Slide 29 - Quiz
Schrijf drie manieren op waarmee je een elektromagneet sterker maakt.
7
Slide 30 - Open question
Waar of niet waar? Als een stroom door een spoel gaat, dan werkt de spoel als een magneet.
8a
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 31 - Quiz
Waar of niet waar? Meer windingen betekent een kleinere magnetische kracht.
8b
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 32 - Quiz
Waar of niet waar? Een muntstuk van 2 euro wordt aangetrokken door een magneet.
8c
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 33 - Quiz
Hiernaast staan 3 beschrijvingen van een magneet. Magneet ....... is het sterkst, want..........................................................
9
Slide 34 - Open question
Waar of niet waar? Een elektromotor zet bewegingsenergie om in elektrische energie
10a
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 35 - Quiz
Waar of niet waar? De spoel in een elektromotor is een elektromagneet
10b
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 36 - Quiz
Waar of niet waar? In een elektromotor gaat de stroom steeds in dezelfde richting door de spoel.
10c
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 37 - Quiz
Sleep de onderdelen die je beslist nodig hebt voor een elektromotor naar het blauwe vak.
11
Magneet
Spoel
Spanningsbron
Ijzeren kern
Tandwielen
Slide 38 - Drag question
Je ziet hier twee tekeningen vaan een draaibaar naaldmagneetje tussen twee staafmagneten. Sleep de groene krul naar de tekening waarin het naaldmagneetje zal gaan draaien, en de rode kruis naar de tekening waarin dit niet zal gebeuren.
12
Slide 39 - Drag question
Hier staan weer twee tekeningen van een draaibaar naaldmagneetje tussen twee staafmagneten. Geef met een pijl aan in welke richting het magneetje zal gaan draaien
Slide 40 - Drag question
Je ziet hier 3 tekeningen van een draaibaar spoeltje tussen twee permanente magneten. Door het spoeltje gaat een stroom. Het spoeltje is een elektromagneet. De polen van de permanente magneten zijn aangegeven. De polen van de elektromagneet staan boven en onder het spoeltje. Geef met pijlen aan in welke richting de drie spoeltjes gaan draaien.