Feit, mening, argument, cursus 1, paragraaf 6.

Welkom/ Socialiseren
Mobiel in de koffer.
Pak je spullen.
Laptop dicht.











timer
5:00
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom/ Socialiseren
Mobiel in de koffer.
Pak je spullen.
Laptop dicht.











timer
5:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

- feit, mening, argument van Hoofdstuk 1

- lezen uit je boek

- filmpje lezen

- quizvragen

- aan het werk 

- vragen - ??? - 

Slide 2 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Lesdoel
  • Je weet wat feiten en meningen zijn
  • je kan van beide een voorbeeld geven. 
  • je kan in een tekst feiten en meningen herkennen. 

Slide 4 - Slide

Tekst
Feiten, meningen en argumenten

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Theorie 
Feiten: een feit kun je controleren.
Meningen: een mening is iets wat iemand vindt.
Argument: reden waarom je een bepaalde mening hebt

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Feit of mening?
m&m's zijn de lekkerste snoepjes
A
Mening
B
Feit

Slide 10 - Quiz

Feit of mening?
M&M's zijn snoepjes die bedacht zijn in Amerika
A
Feit
B
Mening

Slide 11 - Quiz

Feit of mening?
Ik heb liever de gele verpakking M&M's
A
Feit
B
Mening

Slide 12 - Quiz

(huis) werk

Cursus 1 paragraaf 6, ...............feit, mening, 
maak opdracht 1 t/m 3.
bij opdr. 3 (samen) filmpje kijken.
timer
20:00

Slide 13 - Slide

Feit of mening?
Elke M&M wordt bedrukt met een kleine letter 'm'
A
Feit
B
Mening

Slide 14 - Quiz

Feit of mening?
M&M's zijn, volgens mijn moeder, veel te duur
A
Mening
B
Feit

Slide 15 - Quiz

Feit of mening?


Een normaal zakje M&M's bevat een vaste verdeling van bruine, rode, gele, groene en oranje en blauwe M&M's
Een normaal zakje M&M's bevat een vaste verdeling van groene, rode, blauwe, gele, bruine en oranje M&M's
A
Mening
B
Feit

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video


Feit/mening
Noem één feit en één 
mening over katten:

Slide 18 - Open question


Feit/mening/argument:
Noem één feit, één mening en één argument over honden

Slide 19 - Open question


Feit/mening/argument:
Noem één feit, één mening en één argument over kippen

Slide 20 - Open question

wat is een argument?
A
een argument is bewijsbaar
B
een argument is een reden waarom jij iets vindt

Slide 21 - Quiz

'Ik kon mij totaal niet inleven in Isabel, ze deed telkens zo gek.'
Dit is een...
A
feit
B
feit + argument
C
mening + argument
D
mening

Slide 22 - Quiz

1. De smartphone is onmisbaar.
2. Heel veel jongeren voelen zich ongelukkig zonder smartphone.
A
2 = feit
B
2 = mening
C
2 = argument

Slide 23 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij vreemde ideeën heeft.
A
argument
B
Mening
C
feit

Slide 24 - Quiz

Wat doe je als je een argument weerlegt?
A
Dan bevestig je het argument
B
Dan bedenk je een argument
C
Dan herhaal je een argument
D
Dan ga je tegen het argument in

Slide 25 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 26 - Quiz

Aan welke woorden herken je een mening?
A
ik doe
B
ik vind
C
ik neem
D
ik geef

Slide 27 - Quiz

Aan welke woorden herken je een argument?
A
daarom , namelijk
B
de, het, een
C
geen, waarom
D
reden/verklaring

Slide 28 - Quiz

Wat vond je goed of minder goed aan deze les?

Slide 29 - Open question