Fictie 1: Fictie en non-fictie

Toets
Je kan het verschil tussen fictie en non-fictie uitleggen
Uitleg
Nederlands
FB blz 60-61 opdracht 1 en 2
Hebben we alle doelen behaald?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Toets
Je kan het verschil tussen fictie en non-fictie uitleggen
Uitleg
Nederlands
FB blz 60-61 opdracht 1 en 2
Hebben we alle doelen behaald?

Slide 1 - Slide

Inchecken
Vorige les:


Slide 2 - Slide

Theorie deze les
Je kan het verschil tussen fictie en non-fictie uitleggen

Slide 3 - Slide

Bedacht of niet bedacht?
Als een verhaal of tekst verzonnen is, heet het fictie.

Voorbeelden hiervan zijn:
romans, spookverhalen, detectives en gedichten


Je kan vast meer voorbeelden bedenken van fictie.

Slide 4 - Slide

Doel van fictie
Het doel van fictie is om je te amuseren.

Amuseren kan op verschillende manieren.
Fictie kan leuk, spannend, romantisch, eng of verdrietig zijn.

Slide 5 - Slide

Realistisch of niet-realistisch?
Als een fictieverhaal niet echt kan plaatsvinden, wordt het een fantasieverhaal genoemd.

Voorbeelden hiervan zijn: In de ban van de ring, Harry Potter, Sneeuwwitje en Roodkapje.

Wie weet er een voorbeeld van een ander fantasieverhaal?

Slide 6 - Slide


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 7 - Quiz


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 8 - Quiz


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 9 - Quiz


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 10 - Quiz


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 11 - Quiz

Wat is fictie?
A
Niet-waargebeurd verhaal
B
Realistisch verhaal
C
Waargebeurd verhaal
D
Niet-realistisch verhaal

Slide 12 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een fictief verhaal?
A
Autobiografie van Johan Derksen
B
Het Achterhuis
C
Peter Pan
D
Handboek voor elke mentor

Slide 13 - Quiz

Wat is non-fictie?
A
Niet-waargebeurd verhaal
B
Realistisch verhaal
C
Waargebeurd verhaal
D
Niet-realistisch verhaal

Slide 14 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een non-fictief verhaal?
A
Kruistocht in spijkerbroek
B
Het Achterhuis
C
Peter Pan
D
Jip en Janneke

Slide 15 - Quiz

Wat is een fantasieverhaal?
A
Spookverhaal
B
Sprookje
C
Verzonnen verhaal
D
Een verhaal wat niet echt gebeurd kan zijn

Slide 16 - Quiz

Aan de slag:
FB: blz. 60-61

Maak nu opdracht: 1 en 2
de eerste 10 minuten zijn in stilte

Klaar? Overleg met de docent

Slide 17 - Slide

Toets
Je kan het verschil tussen fictie en non-fictie uitleggen
Uitleg
Nederlands
FB blz 62-66 
Hebben we alle doelen behaald?
Indien niet af: opdracht 1 t/m 7

Slide 18 - Slide

Theorie deze les
Je kan het verschil tussen fictie en non-fictie uitleggen

Slide 19 - Slide

Wat is fictie?
A
Niet-waargebeurd verhaal
B
Realistisch verhaal
C
Waargebeurd verhaal
D
Niet-realistisch verhaal

Slide 20 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een fictief verhaal?
A
Autobiografie van Johan Derksen
B
Het Achterhuis
C
Peter Pan
D
Handboek voor elke mentor

Slide 21 - Quiz

Wat is non-fictie?
A
Niet-waargebeurd verhaal
B
Realistisch verhaal
C
Waargebeurd verhaal
D
Niet-realistisch verhaal

Slide 22 - Quiz

Aan de slag:
FB: blz. 60-61

Afmaken opdracht: 1 en 2
Maken opdracht: 3, 4 en 5

de eerste 10 minuten zijn in stilte
Klaar? Overleg met de docent

Slide 23 - Slide