Rekenen 3T Hoofdstuk 1

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Rekenen 3T Hoofdstuk 1

Doel van de les

Je leert de betekenis van getallen in je dagelijkse omgeving

To do

Maak alle opdrachten van les 1.1 op bladzijde 11 t/m 13

Doel van de les

Je leert de waarde van het cijfer in een getal

Je leert uitspraak, schrijfwijze en betekenis van grote getallen

To do

Maak alle opdrachten van les 1.2 op bladzijde 15 t/m 17

5.1 Verhoudingen

Lesdoel: je herkent verhoudingen die gelijk zijn aan elkaar. Je kunt verhoudingentaal omzetten in rekentaal en andersom. 

Gelijke verhoudingen

Om slasaus te maken, meng je azijn en slaolie in de verhouding 1 staat tot 3. Je schrijft dit als 1:3.

Je mengt 1 lepel azijn met 3 lepels slaolie. Aan de volgorde van de getallen en woorden kun je zien welk getal bij welk woord hoort. Meng je 4 lepels azijn met 12 lepels slaolie is de verhouding ook 1:3    Waarom?

Ruud maakt specie en mengt 5 delen cement met 15 delen zand. Wat is de kleinste verhouding cement : zand ?

1. 5:15
2. 1:3
3. 2,5: 7,5
4. 1:5

Rekenen met verhoudingen

Verhoudingen worden op verschillende manieren genoteerd.

'2 van de 5' , '2 per 5'  en '2 op de 5' betekenen hetzelfde.

Je neemt 2 delen van het een en 3 van het ander.

in totaal krijg je dan 5 delen.

Bij 2 staat tot 5 (2:5) neem je 2 delen van het een en 5 delen van het ander. Je krijgt dan in totaal 7 delen. 

Voorbeeld vraag

Gerben heeft 12 liter groene verf nodig. De verfmachine mengt 1 liter blauwe verf met 2 liter gele verf.

Hoeveel liter van elke kleur heeft hij nodig? en hoe schrijf je de verhouding op? 

Uitkomst

De verhouding blauwe verf : gele verf is 1:2

Bij het mengen van 1 liter blauwe verf met 2 liter gele verf krijg je 3 liter groene verf.

Gerben heeft 12:3=4 keer zoveel groene verf nodig

Hij heeft dus 1x4=4 liter blauwe verf nodig en 2x4=8 liter gele verf.

Maken

5.1 verhoudingen opdracht 1 t/m 13

Klaar? kan je bij mij het antwoordenboek komen halen en je werk nakijken.