Mens en gezondheid hoofdstuk 7

Herhaling Hoofdstuk 6
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Herhaling Hoofdstuk 6

Slide 1 - Slide

Wat zijn factoren die de gezondheid beïnvloeden?

Zoek er zoveel mogelijk op en schrijf ze op het vel papier
Werk in duo's
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Moeilijke woorden en begrippen
Iedereen krijgt 1 begrip
Zoek de betekenis op van dit begrip en schrijf dit op!
Dit leg je uit aan de klas als de docent dit begrip noemt. 

Slide 3 - Slide

Begrippen

Slide 4 - Slide

Quizvragen
Maak in duo's 12 quizvragen
Iedereen krijgt een deel van een hoofdstuk toebedeeld.
blad krijg je van de docent

Slide 5 - Slide

Genotsmiddelen

Slide 6 - Slide

genotsmiddelen.

Slide 7 - Mind map

Lesdoel
Aan het eind van de les kun jij uitleggen wat een genotsmiddel is.
Kun jij uitleggen waarom genotsmiddelen verslavend zijn
Heb jij een poster gemaakt over stoppen met roken

Slide 8 - Slide

Roken
Waarom is roken slecht voor je?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Stellingen over roken
Wat vind jij?
Groen = eens
Rood = oneens

Slide 11 - Slide

Blz 251
Tabel lezen. 
+ maken

Slide 12 - Slide

Drugs
Alcohol
Softdrugs
Harddrugs

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Alcohol
Schadelijk voor hersenen
Softdrugs= concentratie- geheugen
Harddrugs- gezondheidsrisico's

Slide 15 - Slide

praktijkopdracht 7.1
opdrachten maken
Maak in duo's een poster
Lees bij F. blz 73 wat er op moet komen staan. 

Slide 16 - Slide

wat is geen genotsmiddel
A
snoep
B
cannabis
C
sigaret
D
wijn

Slide 17 - Quiz

Genotsmiddelen stimuleren
A
Geest
B
Lichaam
C
Lichaam en geest
D
niets

Slide 18 - Quiz

Wat zijn genotsmiddelen?

A
alcohol, sigaretten, disco, hard drugs en chocolade
B
alcohol, sigaretten, joints, hard drugs als cocaïne of GHB
C
alcohol, sigaretten, joint, cocaine, suiker, cola en GHB

Slide 19 - Quiz

wat is de meest gevaarlijke stof in een sigaret?
A
koolmonoxide
B
nicotine
C
teer
D
kooldioxide

Slide 20 - Quiz

wat doet nicotine met je lichaam?
A
zorgt voor verslaving
B
haalt zuurstof uit je bloed
C
zet in je longen om tot plakkerige, stroperige stof

Slide 21 - Quiz

Wat zijn drugs?
A
Middelen die je alleen tijdens het stappen gebruikt
B
Genotsmiddelen
C
Wordt alleen in ziekenhuizen gebruikt
D
Middelen die onder andere je hersenen prikkelen

Slide 22 - Quiz

Wat doet lachgas met je?
A
je krijgt een korte roes die lijkt op dronkenschap
B
je krijgt energie
C
je wordt agressief
D
je wordt hyperactief

Slide 23 - Quiz

Wat is geen risico van harddrugs
A
psychoses
B
hartaanval
C
suikerziekte
D
beroerte

Slide 24 - Quiz

Wat is géén effect van energiedrank?
A
verstopte darmen
B
overgewicht
C
slechte tanden
D
moeheid

Slide 25 - Quiz

Voor wie is energiedrank oorspronkelijk uitgevonden?
A
Voor mensen met een kantoorbaan.
B
Voor werknemers zodat ze zich langer kunnen concentreren.
C
Voor piloten in de tweede wereldoorlog.
D
Voor mensen die niet van koffie houden maar wel cafeïne willen.

Slide 26 - Quiz

Krijg je veel energie van het drinken van energiedrank?
A
Nee helemaal niet
B
Ja en dat duurt heel lang
C
Ja maar dat duurt heel kort
D
Nee je wordt er alleen maar moe van

Slide 27 - Quiz

7.4 voedingsgedrag
Niet alles is gezond

Slide 28 - Slide

Energiedranken
Waarom niet?

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Trimbos
hulp

Slide 32 - Slide

258+258 maken

Slide 33 - Slide

Maken blz 74
Bierviltje

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Link

blz 75
PPT
Soft-Harddrugs

Slide 36 - Slide