Taal blok 2 les 1

Taal thema 2 les 1
Uiterlijke verzorging
Synoniemen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Taal thema 2 les 1
Uiterlijke verzorging
Synoniemen

Slide 1 - Slide

Welke accessoires draag jij?
Noem er 1.

Slide 2 - Open question

Welke accessoires zie je in de klas?

Slide 3 - Mind map

Wat is een synoniem voor beeldschoon?
A
ijdel
B
prachtig
C
de snoet
D
negeren

Slide 4 - Quiz

Wat is een synoniem voor de outfit?
A
de kleding
B
hazenslaapje doen
C
accessoires
D
pronken

Slide 5 - Quiz

Wat is een synoniem voor de snoet?
A
verwarren met
B
pico bello
C
het gezicht
D
het lichaam

Slide 6 - Quiz

Wat is een synoniem voor hoofddeksel?
A
een pan
B
een pet
C
een fiets
D
een bril

Slide 7 - Quiz

Wat is een synoniem voor het hazenslaapje?

Slide 8 - Open question

Wat is een synoniem voor pronken?
A
gek doen
B
laten zien waar je trots op bent
C
van de glijbaan glijden
D
een muts dragen

Slide 9 - Quiz

Die filmster is heel ..., ze kijkt steeds in de spiegel
ijdel
pronken
feestelijk

Slide 10 - Poll

Ze vindt zichzelf ... en laat dat iedereen weten.
hoofddeksel
beeldschoon
een hazenslaapje

Slide 11 - Poll

Elke dag draagt ze een andere ... .
outfit
pico bello
ijdel

Slide 12 - Poll

Bij elk kledingstuk heeft ze bijpassende ... .
snoet
ijdel
accessoires

Slide 13 - Poll

Als er een fotograaf in de buurt is, loopt ze met al die spullen te ... .
outfit
pronken
pico bello

Slide 14 - Poll

Maar ze ziet er wel altijd ... verzorgd uit.
outfit
pico bello
montuur

Slide 15 - Poll

Welk woord past bij het onderstreepte woord? Kijk in je woordenlijst.

Ontzettend mooi

Slide 16 - Open question

Welk woord past bij het onderstreepte woord? Kijk in je woordenlijst.

Mensen die de hele dag in de spiegel kijken.

Slide 17 - Open question

Welk woord past bij het onderstreepte woord? Kijk in je woordenlijst.

De rand van je bril.

Slide 18 - Open question

Welk woord past bij het onderstreepte woord? Kijk in je woordenlijst.

Dutje.

Slide 19 - Open question

Welk woord past bij het onderstreepte woord? Kijk in je woordenlijst.

Doen alsof je ze niet hebt gehoord.

Slide 20 - Open question

Hoe ging de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll