221206 Herhaling woordsoorten + thema C §5

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leg je deze materialen op tafel?

IPad
Nederlandse lesboek
Een schrift
Pen/markeerstift 

Slide 2 - Slide

Programma vandaag
- Herhaling stoplicht 
- Herhaling woordsoorten (quiz)
- Oefentoetsje maken en bespreken
- Thema 'on/off' §5

Slide 3 - Slide

Waar zijn we mee bezig:
Thema 'on/off'.
Grammatica woordsoorten.


Let op!

Is jouw brochure nog NV? 
Nieuwe deadline: zondag 11 december 00:00 uur

Slide 4 - Slide

Woordsoorten die je kent en herkent:
MAVO lesstof:
  • werkwoord (lopen, werken, kijken, lachten)
  • lidwoord en zelfstandige naamwoord (de, het, een, Europa, kast, meisje)
  • voorzetsel (op, aan, in, tegen, met)
  • bijvoeglijk naamwoord (mooie, kleine, zilveren, houten)
HAVO lesstof:
  • zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
  • voornaamwoorden: persoonlijk en bezittelijk
  • bijwoorden: nooit, altijd, hier, daar

Slide 5 - Slide

Een kleine quiz...

Slide 6 - Slide

Woordsoorten zijn lastig.

'Woordsoorten' is
A
zn
B
ww
C
bn
D
lw

Slide 7 - Quiz

Woordsoorten zijn lastig.

'lastig' is
A
zn
B
ww
C
bn
D
lw

Slide 8 - Quiz


Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?

'prijs' is ..
A
vz
B
zn
C
bn
D
lw

Slide 9 - Quiz


Hoe noem je de volgende woordsoorten?

in, op, onder, door
A
lidwoorden
B
voorzetsels
C
bijvoeglijk naamwoorden
D
bijwoorden

Slide 10 - Quiz


Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?

'gewonnen' is ..
A
vz
B
zn
C
ww
D
lw

Slide 11 - Quiz

Welk woord is een bijvoeglijk naamwoord?
'Judith trok een vragend gezicht.'
A
Judith
B
trok
C
vragend
D
gezicht

Slide 12 - Quiz


Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?

'heeft' is ..
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 13 - Quiz

Ik ken ..... soorten werkwoorden. (woordsoorten)
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quiz

'Het' is altijd een lidwoord.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz


A
lidwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 16 - Quiz

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
A
Mijn
B
is
C
jouw
D
jou

Slide 17 - Quiz

Hoort het voorzetsel vast bij het werkwoord?

Ik houd van pindakaas.
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Programma vandaag
- Herhaling stoplicht 
- Herhaling woordsoorten (quiz)
- Oefentoetsje maken en bespreken
- Thema 'on/off' §5 

Slide 19 - Slide

Oefentoets maken
Opdracht: 
- Maak opdracht 1 t/m 4 zelfstandig
- Je mag niet overleggen
- Weet je iets niet? Dan sla je de vraag over.

Hoe: Je maakt het alleen
Nodig: een oefentoets en een pen
Klaar? Maak opdracht 5.




timer
15:00

Slide 20 - Slide

Pauze
timer
5:00

Slide 21 - Slide

Programma vandaag
- Herhaling stoplicht 
- Herhaling woordsoorten (quiz)
- Oefentoetsje maken en bespreken
- Thema 'on/off' §5     --> werkboek blz. 166

Slide 22 - Slide

Thema 'on/off' §5
Doel: Je weet waar je op moet letten als je een vlog maakt.

Wat: We maken opdracht 3 en 4 samen.
Hoe: We bekijken een filmpje en bespreken de antwoorden
Nodig: je schrift en een pen


Slide 23 - Slide