3H Unit 4 Grammar 4.1 may, might, to be allowed to

Modals: may/might/ (to) be allowed to
Unit 4
Grammar 4.1 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Modals: may/might/ (to) be allowed to
Unit 4
Grammar 4.1 

Slide 1 - Slide

Wat betekent 'may'?

Slide 2 - Open question

may, might, (to) be allowed to

Deze drie werkwoorden noemen we hulpwerkwoorden. Ze staan altijd met een hoofdwerkwoord in een zin.


May I go out tonight?

Slide 3 - Slide

may / might - betekenis I

Om toestemming te vragen of te geven

may = mogen

might = zou mogen


Daarna volgt het hele werkwoord.

You may go now. 

Might I ask the Minister a question? 

Slide 4 - Slide

may / might

May I go out tonight?

Might I borrow your pen, please?


You may go out tonight.
You may not borrow my pen. I am using it now.


** might kun je niet gebruiken om toestemming te geven.**

Slide 5 - Slide

may / might - betekenis II

Om aan te geven dat iets mogelijk is:

may = zou kunnen

might = zou misschien kunnen


Daarna volgt het hele werkwoord:

Debbie is late, she may be ill. 

Debbie is late, she might be ill. 


Slide 6 - Slide

(to) be allowed to

1. gebruik de juiste vorm van 'to be'.
am, are, is, was, were en voor de toekomst 'will be'
2. dan volgt 'allowed to'

3. daarna volgt het hele werkwoord


Thomas was allowed to leave early. 

Everyone will be allowed to use a dictionary. 

Slide 7 - Slide

(to) be allowed to

You are allowed to use a calculator during the test.
You're allowed to use..


Am I allowed to drive a car at 15?


They are not allowed to take pictures in here.

Slide 8 - Slide

(to) be allowed to

1. Je gebruikt 'to be allowed to'  om te zeggen dat

iets (niet) is toegestaan volgens de regels. (bv wetten/regels op school) 

2. Je gebruikt 'to be allowed to' in de verleden tijd en voor de toekomst.

Slide 9 - Slide

Stappenplan 
1 check of je toestemming vraagt/geeft volgens een wet/regel >> be allowed to
2 Geen wet/regel? Gebruik may of might. 
may = mogen
might = zou mogen
3. may / might gebruik je in de tegenwoordige tijd & to be allowed to gebruik voor verleden en toekomstige tijd.

Slide 10 - Slide

Exercises


Do Unit 4.1, ex 6 (online) 


Slide 11 - Slide

Wat ging goed tijdens het oefenen?

Slide 12 - Open question

Wat kan ik nog extra oefenen?

Slide 13 - Open question