RT les 6 werkwoord spelling

Remedial teaching
Les 6
werkwoord spelling
1 / 10
next
Slide 1: Slide
RTMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Remedial teaching
Les 6
werkwoord spelling

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les leren?
  • Herkennen en toepassen spelling persoonsvorm in de zin
  • Herkennen en toepassen spelling infinitief en voltooid deelwoord
  • Regels werkwoordspelling tegenwoordige tijd
Wat heb je deze les nodig?
LessonUp, jufmelis.nl en de lesbrief uit SOM

Slide 2 - Slide

De persoonsvorm
De persoonsvorm herken je doordat deze in de zin van tijd kan veranderen.
VB.: 
1a. Ik eet een broodje kaas. (tegenwoordige tijd)
1b. Ik at een broodje kaas. (verleden tijd)
2a. Ik heb een broodje kaas gegeten. (tegenwoordige tijd)
2b. Ik had een broodje kaas gegeten. (verleden tijd)

Slide 3 - Slide

Vormen van het werkwoord
  • Persoonsvorm (pv)
VB.: Mira sport vaak.
  • Voltooid deelwoord (vdw)
VB.: Mira heeft vaak gesport.
  • Infinitief (hele werkwoord)
VB.: Mira gaat vaak sporten.

Slide 4 - Slide

Welke werkwoordsvorm is dit?
Vera fietst elke dag naar school.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief

Slide 5 - Quiz

Welke werkwoordsvorm is dit?
Ik ga dit weekend feesten.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief

Slide 6 - Quiz

Welke werkwoordsvorm is dit?
Ik heb net een bloem geplukt.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief

Slide 7 - Quiz

Welke werkwoordsvorm is dit?
Wij hebben straks een toets.
Tekst
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief

Slide 8 - Quiz

Tegenwoordige tijd
Voorbeeld:
ik - loop (ik-vorm)
jij - loopt (ik-vorm + t)
hij - loopt (ik-vorm + t)
wij - lopen (hele werkwoord)
jullie - lopen (hele werkwoord)
zij - lopen (hele werkwoord)

Lopen kan je ook vervangen met het werkwoord in de zin om erachter te komen hoe je het schrijft.

Slide 9 - Slide

Aan het werk
  1. Maak oefening 1 uit de lesbrief.
SOM --> vakken --> studieles --> RT les 6 en 7
2. Maken op jufmelis.nl: naar werkwoordspelling
persoonsvorm TT ik
oefening 1 en 2
persoonsvorm TT jij
oefening 1 en 2
persoonsvorm TT hij zij het
oefening 1 en 2
pv tegenwoordige tijd enkelvoud
oefening 1 en 2

Slide 10 - Slide