This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Basisstof 3: Aangeboren en aangeleerd gedrag
Slide 1 - Slide
Maxime en Zolikha kiezen één bepaalde chinchilla uit en noteren vijf minuten lang, elke vijf seconden, welk gedrag dit dier vertoont. Hun resultaten staan in tabel 2.
Hoe wordt tabel 2 genoemd?
A
ethogram
B
practicum
C
protocol
D
tabel
Slide 2 - Quiz
Je hebt een hondje thuis en hij begint plotseling heel hard te blaffen. Hij reageert op geluiden van buiten. Hij reageert op een:
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
Slide 3 - Quiz
Wat is een supranormale prikkel?
Slide 4 - Open question
In de afbeelding is weergegeven hoe vaak een meeuwenkuiken pikt naar een model van een snavel. Wat is de sleutelprikkel die leidt tot het pik gedrag?
A
De vorm van de snavel
B
De kleur rood
C
Een rode vlek op een gele snavel
D
Het contrast van rood met een andere kleur
Slide 5 - Quiz
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je...
...factoren benoemen waardoor gedrag wordt bepaald.
...verschillende vormen van leren beschrijven.
Slide 6 - Slide
Aangeboren gedrag
Erfelijk bepaald gedrag
Vertoon je zonder daarvoor te hebben geleerd
Vaak moeilijk af te leren
Voorbeelden:
Huilen
Territorium afbakenen met urine
Gapen
Zuigreflex van een baby
Slide 7 - Slide
Aangeleerd gedrag
Gedrag kan op 4 manieren worden aangeleerd:
Gewenning
Inprenting
Trial & error
Conditionering
Deze worden besproken aan de hand van het voorbeeld puppytraining.
Slide 8 - Slide
Gewenning
Gewenning = bepaalde reactie op een prikkel aanleren of afleren door de prikkel vaak te herhalen.
Gewenning bij een puppy aan het alleen thuis zijn
Prikkel = baasje weg
Tactiek = opbouwen van tijd
Slide 9 - Slide
Inprenting
Inprenting = iets kan alleen worden geleerd in een bepaalde periode
Die periode noemen we de gevoelige periode
Bij een puppy (tussen week 2 en 13):
Geen menselijk contact gehad = bang voor mensen
Geen contact met soortgenoten = bang voor andere honden
Slide 10 - Slide
Trial and error
Trial and error = leren door toevallige ontdekkingen (vallen en opstaan)
Kan aangeleerd worden
Of echt toevallig ontstaan
Deur openen --> per ongeluk tegenaan gesprongen
Slide 11 - Slide
Conditionering
Conditionering = het aanleren van gedrag door beloning en straf
Hond pootje laten geven:
Snoepje in hand
Hond opent hand met poot
Snoepje geven
Commando bedenken (poot)
Steeds belonen
Oefenen - oefenen - oefenen
Slide 12 - Slide
Is het gedrag aangeboren of aangeleerd?
Aangeboren
Aangeleerd
Een baby zuigt melk bij de moeder.
Een meisje speelt gitaar.
Een paard schrikt van vuur.
Een papegaai zegt hallo.
Slide 13 - Drag question
Een muis probeert voor het eerst de uitgang van een doolhof te vinden. Hij loopt enkele keren verkeerd, maar uiteindelijk vindt hij de uitgang. De volgende keren gaat het steeds sneller.
A
Conditionering
B
Gewenning
C
Inprenting
D
Trial and error
Slide 14 - Quiz
Mensen die langs een spoorlijn wonen, merken vaak niet meer dat er een trein voorbijkomt.
A
Conditionering
B
Gewenning
C
Inprenting
D
Trial and error
Slide 15 - Quiz
Wanneer je bij de bakker allemaal lekkere taarten ziet staan, ga je al watertanden. Je lichaam gaat extra speeksel aanmaken bij het zien van de taarten.
A
Conditionering
B
Gewenning
C
Inprenting
D
Trial and error
Slide 16 - Quiz
Opdrachten maken
Maak opdracht 4 t/m 7 (blz. 234 t/m 236)
Vraag 4a gaan we hierna bespreken, dus zorg dat je deze beantwoord hebt!
Ben je klaar? Vul de leerdoelen van basisstof 4 in.
timer
10:00
Slide 17 - Slide
Wat was je antwoord op vraag 4a?
Slide 18 - Open question
Ik kan verschillende vormen van leren beschrijven.