Fictie blok 2 les 3 HSX

Fictie blok 2 les 3
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Fictie blok 2 les 3

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je leert de kenmerken van gedichten.
Je leert welke stijlfiguren er zijn. 

Slide 2 - Slide

Kenmerken van gedichten
  • Gedichten zijn opgedeeld in versregels onder elkaar.
  • De regels staan in strofen bij elkaar. Eertussen zitten witregels. 
  • Een herhaalde strofe heet een refrein.
  • De andere strofen heten refrein.
  • In een gedicht komt vaak rijm voor.
  • Een gedicht heeft ritme.
  • Niet elk gedicht heeft al deze kenmerken.

Slide 3 - Slide

Stijlfiguren
Door het gebruik van stijlfiguren maak je iets mooier of interessanter. Voorbeelden van stijlfiguren zijn:
  • Herhaling. Woorden of zinnen worden herhaald of telkens anders gezegd.
  • Opsomming
  • Tegenstelling
  • Overdrijving
  • Ironie. licht spottend, niet kwetsend. Vaak wordt het tegenovergestelde gezegd van wat wordt bedoeld
  • Sarcasme. Harde, bijtende spot.

Slide 4 - Slide

Even oefenen
Welke kenmerken van een gedicht zie je in het volgende gedicht?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Welk stijlfiguur zou je kunnen zien in het gedicht?

Slide 7 - Slide

Resumerend
De lesdoelen waren:

Je leert de kenmerken van gedichten.
Je leert welke stijlfiguren er zijn. 

Doelen bereikt?


Slide 8 - Slide

Maak nu opdracht 6

Slide 9 - Slide

EINDE

Slide 10 - Slide