Voltooid Deelwoord lange versie

Werkwoordspelling
                                  De voltooide tijd
Leerjaar 1/2  -  Taalverzorging  
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkwoordspelling
                                  De voltooide tijd
Leerjaar 1/2  -  Taalverzorging  

Slide 1 - Slide

Doel van de les: 

Ik weet hoe ik het voltooid deelwoord moet schrijven in een zin. 

- Uitleg: 20 min
- Placematspel: 15 min
- Opdrachten + huiswerk: 20 min
- Afronden: 5 min

Slide 2 - Slide

Wat weten we nog van de vorige les: de verleden tijd?

Slide 3 - Open question

Herhaling
Tegenwoordige tijd: 

  • Geen d in het hele ww, geen d in de tt (HIJ  behaald)
  • stam: -en van het werkwoord. 
  • stam veranderen? (v/f, z/s klinker/medeklinker)
  • jij, hij, zij > t erbij 
  • jij / je achter het ww? kort mogelijk 
Verleden tijd: 

  • sterk of zwak? 
  • zwak> te (n) of de (n)
  • - en van het hele ww 
  • check laatste letter!!
  • in het 'TaXiKoFSCHiP> t 
  • niet?  > d 
  • staat er al d of t in het ww>> dubbel (wachtte)
Er zijn in de vt geen regels voor het vervoegen van sterke ww. 

Slide 4 - Slide

Goed of fout: hij herhaald de les
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quiz

Hij melde zich bij de docent.
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quiz

Goed of fout:
Word je vriend snel boos?
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quiz

Hij (beloven) mij te verbeteren.
A
beloofte
B
beloofde

Slide 8 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord? 

Het is een werkwoord in een zin. 
Ook hier moet je kijken of het zwak of sterk is. 
Een voltooid deelwoord vertelt dat iets klaar is of afgelopen. 


Slide 9 - Slide

Hoe herken je een voltooid deelwoord in de zin? 
1. Er staan ALTIJD twee werkwoorden in een zin. 
 
Het hulpwerkwoord is altijd: zijn, hebben of worden.

2. Begint vaak met ge, be, ont, ver, her
Ik HEB GEwerkt 

Ik BEN te laat GEkomen

Hij WERD netjes ONTvangen 





Slide 10 - Slide

Bij sterke werkwoorden eindigt het voltooid dw vaak op -en 

zwemmen - zwom - (heb) gezwommen 
lopen - liep - (heb) gelopen 

bij zwakke werkwoorden kijken we eerst of er een t of een d achterkomt in de vt! 

Slide 11 - Slide

Maar hoe schrijf je het nou??????
Stappenplan:

1. Kijk het hele werkwoord!!!
2. haal dan -en eraf voor de stam
3. kijk naar de laatste letter
4. gebruik TaXiKoFSCHiP
5. of maak het woord langer 

Slide 12 - Slide

TaXiKoFSCHiP
  • klinkers niet meetellen (a,o,i)

laatste letter staat in het kofschip-> t 
laatste letter staat niet in het kofschip -> d 

 

Een vd kan eindigen op: 
- en 
- T 
- D 

Slide 13 - Slide

Belangrijk!!!!!



een voltooid deelwoord schrijf je NOOIT met DT!!!!!!!


Slide 14 - Slide

Vragen? 

Slide 15 - Slide

Ik heb gisteren in de tuin (werken)..
A
gewerken
B
gewerkt
C
gewerkd

Slide 16 - Quiz

De broodjes in de kantine worden goed beleg....
A
t
B
d

Slide 17 - Quiz

Ik heb heel lang (geloven) dat spoken bestaan.
A
geloofd
B
gelooft
C
geloven

Slide 18 - Quiz

De broodjes in de kantine zijn altijd goed (beleggen).
A
belegd
B
belegt
C
beleggen

Slide 19 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord?

Ik heb geen pen meegenomen.

Slide 20 - Open question

Noteer het voltooid deelwoord:
weet jij wat daar is (gebeuren)?

Slide 21 - Open question

Gelukkig had ik goed getap...
A
t
B
d

Slide 22 - Quiz

Wordt die terrorist nog wel (veroordelen)
A
veroordeeld
B
veroordeeldt
C
veroordeelt

Slide 23 - Quiz

Gelukkig was ik goed (verzekeren).
A
verzekerd
B
verzekert
C
verzekerde

Slide 24 - Quiz

De leraar werd er (ingeluis.....
A
d
B
t

Slide 25 - Quiz

Aan de slag:

- Placematspel (15 min)
- Huiswerk voor maandag 04-10-2021:
  • Boek 3.3 Theorie (blz. 54)
  • Opdr. 14 t/m 17


Slide 26 - Slide