Thema school - A1

A1 thema 2  
School
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

A1 thema 2  
School

Slide 1 - Slide

Pak je telefoon of laptop 
typ in:  lessonup.app 
typ de code in (enter code)
typ je naam in

Slide 2 - Slide

breng
brengt
brengt
brengen
brengen
brengen
ik
jij
hij / zij
wij
jullie
zij (2 of meer mensen)

Slide 3 - Drag question

Welke dag komt voor woensdag?
A
maandag
B
donderdag
C
dinsdag
D
vrijdag

Slide 4 - Quiz

Welke dag komt na donderdag?
A
vrijdag
B
woensdag
C
zaterdag
D
zondag

Slide 5 - Quiz

Welke dag komt voor maandag?
A
dinsdag
B
woensdag
C
zaterdag
D
zondag

Slide 6 - Quiz

Welke dag komt na zaterdag?

Slide 7 - Open question

Welke dag komt na woensdag?

Slide 8 - Open question

Welke dag komt voor donderdag?

Slide 9 - Open question

Welke dag komt voor maandag?

Slide 10 - Open question

drieënvijftig
eenenzeventig
veertig
achtenzeventig
negenenzestig
zesennegentig
tweeëndertig

Slide 11 - Drag question

Wat gebruik je
op school?
Schrijf op.

Slide 12 - Mind map

Wat is dit?
A
pen
B
gum
C
potlood
D
stift

Slide 13 - Quiz

Wat is dit?
A
het papier
B
de pen
C
de gum
D
het potlood

Slide 14 - Quiz

Wat is dit?
A
het potlood
B
de pen
C
het papier
D
het schrift

Slide 15 - Quiz

Wat is dit?
A
het papier
B
het potlood
C
de map
D
het schrift

Slide 16 - Quiz

Wat is dit?
A
de klas
B
de tafel
C
de docent
D
de school

Slide 17 - Quiz

Wat is dit?
A
een rondje
B
een streep
C
een kruisje
D
een lijn

Slide 18 - Quiz

Wat is dit?
A
een rondje
B
een lijn
C
een streep
D
een kruisje

Slide 19 - Quiz

Wat zijn dit?
A
mappen
B
plaatjes
C
schriften
D
bladzijde

Slide 20 - Quiz


Welke maand is het nu?

Slide 21 - Open question


De eerste maand van het jaar is ...
A
februari
B
november
C
augustus
D
januari

Slide 22 - Quiz


Vorige maand was het ...

Slide 23 - Open question


Volgende maand is het ...

Slide 24 - Open question


De zesde maand van het jaar is ...
A
juni
B
mei
C
april
D
juli

Slide 25 - Quiz


De achtste maand van het jaar is ...
A
juli
B
september
C
augustus
D
oktober

Slide 26 - Quiz


De elfde maand van het jaar is ....

Slide 27 - Open question


De kortste maand is ...
A
december
B
juni
C
mei
D
februari

Slide 28 - Quiz

Wat is goed:
De jongen ....
A
drink
B
drinkt
C
drinken

Slide 29 - Quiz

Ik ..... naar de buurman.
A
luister
B
luistert
C
luisteren

Slide 30 - Quiz

Hij ..... in Sneek.
A
woon
B
wonen
C
woont

Slide 31 - Quiz

Hij ...... zijn naam.
A
zeg
B
zegt
C
zeggen

Slide 32 - Quiz

Jullie .... het goed.
A
begrijp
B
begrijpt
C
begrijpen

Slide 33 - Quiz

Wij .... koffie.
A
drinkt
B
drink
C
drinken

Slide 34 - Quiz

Zij ...... een brief.
A
schrijf
B
schrijven
C
schrijft

Slide 35 - Quiz

1
2
3
4
5
het kleurpotlood
de pen
de liniaal
het papier
de gum

Slide 36 - Drag question