Vandaag gaan we alle paragrafen van thema 1 kort behandelen, zodat je een duidelijk beeld krijgt van wat er van je wordt verwacht op de toets.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Goedemiddag!
Pak je IPad en ga naar LessonUp.
Vandaag gaan we alle paragrafen van thema 1 kort behandelen, zodat je een duidelijk beeld krijgt van wat er van je wordt verwacht op de toets.
Slide 1 - Slide
Programma van deze dag
Mededelingen en korte terugblik op de vorige les.
Herhaling en oefening alle paragrafen.
Uitdelen oefenmateriaal.
Afsluiting/vooruitblik prakticum
Slide 2 - Slide
Mededelingen
PO ijsverkoper verplaatst naar volgende week (zie SOM)
Toets verplaatsen naar donderdag 22 december?
Slide 3 - Slide
Vorige les
Transport door membranen: passief en actief transport
Oefenpracticum micropipet ging goed
Gebruik je IPad alleen voor de les!
Slide 4 - Slide
Is dit een vorm van passief of actief transport
A
passief
B
actief
Slide 5 - Quiz
Diffusie in een cel, wanneer een stof door het celmembraan heen kan
Osmose in een cel, wanneer een stof niet door het celmembraan heen kan.
Slide 6 - Slide
Kun je door middel van passief transport een stof van een plek met een lage concentratie overbrengen naar een plek met een hoge concentratie van deze stof? Waarom wel of waarom niet?
Slide 7 - Open question
Concentratieverval
Als je een automatisch verlopend proces wilt tegenwerken, dan kost dit energie. Zo ook als je tegen het concentratieverval in een stof van een plek met een lage concentratie naar een plek met een hoge concentratie wilt brengen.
Slide 8 - Slide
1.1: Wat is biologie?
levensloop/levenscyclus: wat is het verschil?
Organisatieniveaus in de biologie: welke zijn er en wat zijn emergente eigenschappen?
Slide 9 - Slide
Heb jij een levensloop of een levenscyclus? Leg uit.
Slide 10 - Open question
1.2: organen, weefsels en cellen
Je hebt orgaanstelsels die bestaan uit verschillende organen met een bepaald doel. Voorbeeld: verteringsstelsel
Organen zijn opgebouwd uit verschillende weefsels
Weefsels zijn groepen cellen met een zelfde vorm en functie
Tussen vorm en functie zijn verbanden te zien, dit kan op verschillende organisatieniveaus zichtbaar zijn.
Mensen halen inspiratie uit de natuur voor het
ontwerpen van voorwerpen. Dit heet biomimicry.
Slide 11 - Slide
Een mol heeft qua vorm een gestroomlijnd lichaam. Wat is de functie hiervan?
Slide 12 - Open question
1.3: plantaardige en dierlijk cellen
Alle levende organismen bestaan uit cellen
Planten hebben een celwand en plastiden, zoals bladgroenkorrels
Cellen kun je bekijken onder een microscoop, je hebt lichtmicroscopen en elektronenmicroscopen (TEM en SEM)
Met een microscoop kun je cellen optisch enkele tot duizenden keren vergroten.
Slide 13 - Slide
Met welk soort microscoop is dit beeld gemaakt?
A
Lichtmicroscoop
B
TEM
C
SEM
D
Telescoop
Slide 14 - Quiz
1.4: celorganellen
Cellen bevatten organellen, deze hebben geen vaste plaats in de cel en hebben interactie met elkaar
Cellen hebben een celkern, een ruw en glad ER, ribosomen, een golgisysteem, lysosomen, mitochondriën en planten hebben ook nog bladgroenkorrels
Je moet de functies van deze organellen
kennen en ze kunnen herkennen in de cel.
Slide 15 - Slide
Welk organel zie je bij de rode pijl?
A
Ruw ER
B
Celkern
C
Golgisysteem
D
Lysosoom
Slide 16 - Quiz
1.5: Transport door membranen
Stoffen zijn in cellen opgelost in water. Water is het oplosmiddel.
De hoeveelheid opgeloste stof in een hoeveelheid oplosmiddel is de concentratie. Deze wordt aangegeven in g/L of g/dm3 of als percentage van de totale oplossing (je gebruikt dan gewichtseenheden).
De verplaatsing van een stof van een plek met hoge concentratie naar lage concentratie heet diffusie. Osmose is een bijzondere vorm van diffusie door een semipermeabel membraan.
Je moet osmose bij planten en dieren goed kunnen begrijpen.
Slide 17 - Slide
1.5: Transport door membranen
Passief transport door membranen gaat met het concentratieverval mee.
Grote moleculen kunnen niet zomaar door het membraan, ze worden geholpen door porie-eiwitten en transporteiwitten
Actief transport kan plaatsvinden tegen het concentratieverval in, hier is energie voor nodig dat wordt geleverd door het molecuul ATP.
Endocytose en exocytose zijn vormen van actief transport met behulp van blaasjes die versmelten met een membraan.
Slide 18 - Slide
Endocytose is:
A
Actief transport via een blaasje de cel in
B
Actief transport via een blaasje de cel uit
C
Passief transport via een blaasje de cel in
D
Passief transport via een blaasje de cel uit
Slide 19 - Quiz
1.6: natuurwetenschappelijk onderzoek
Je kunt als bioloog een beschrijvend onderzoek, een hypothese-toetsend onderzoek of een ontwerpend onderzoek uitvoeren.
Een natuurwetenschappelijk onderzoek bestaat uit verschillende fasen
Als je een experiment wilt uitvoeren maak je van tevoren een werkplan. Na afloop presenteer je je bevindingen in een verslag.
Slide 20 - Slide
Volgende week
PO ijsverkoper
Uiterlijk maandag zet ik het proefvoorschrift, het beoordelingsformulier en een handleiding hoe je een verslag schrijft op teams.
Slide 21 - Slide
Tips voor de toets
Begin op tijd met leren, zodat je niet teveel in 1 keer hoeft te doen. Kijk in de samenvatting wat je beheerst en wat je nog extra moet oefenen.
Kom je er niet uit? Je kunt mij vragen stellen via teams.
Zorg dat je in de klas van LessonUp zit, hierin deel ik alle lessen.