Examen Financieel Management MTL3Av voorbereiding Break Even Point

Examen Financieel Management
MTL3Av
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Examen Financieel Management
MTL3Av

Slide 1 - Slide

Break Even Punt
  • kent de begrippen break-even omzet en afzet.
  • kan een break-even punt berekenen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Hoe wordt de omzet bepaald?

Slide 14 - Open question

Wat is een break-even point?

Slide 15 - Open question

Hoe noem je het aantal verkochte producten in een bepaalde tijd?
A
omzet
B
afzet
C
bruto winst
D
arbeidsproductiviteit

Slide 16 - Quiz

Wat is de break-even afzet?

Slide 17 - Slide

Wat is de break-even afzet?

Slide 18 - Open question

Wat is de Break Even Afzet

Slide 19 - Slide

Wat is de break-even afzet?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Wat is de break-even
afzet bij deze afbeelding?
A
100 stuks
B
50.000 stuks
C
175 stuks
D
55.000 stuks

Slide 22 - Quiz

De formule voor de break-even afzet is:
A
constante kosten / (inkoopprijs - variabele kosten)
B
variabele kosten / (inkoopprijs - variabele kosten)
C
constante kosten / (verkoopprijs - variabele kosten)
D
constante kosten / variabele kosten

Slide 23 - Quiz

BEP
Het punt waarop alle kosten zijn terugverdiend, maar er nog geen winst wordt gemaakt

Slide 24 - Slide

Wat is het BEP in dit voorbeeld?

Slide 25 - Slide

hoofdstuk 8 van verko
BEP
omzet inclusief btw
- btw
omzet
- inkoopwaarde van de omzet
brutowinst
- variabele exploitatiekosten
contributiemarge/dekkingsbijdrage
- constante exploitatiekosten
nettowinst

Slide 26 - Slide

Break-even point => kosten zijn gelijk aan opbrengsten (lijnen snijden elkaar in dit punt)
Break-evenafzet => bij deze hoeveelheid verkochte artikelen zijn de kosten gelijk aan de opbrengsten.

Let op de as..... hier staan de hoeveelheden, dus het antwoord is in aantallen!
Break-evenomzet => bij deze omzet wordt geen winst gemaakt, de omzet is gelijk aan de totale kosten.
Let op de as, hier staan €, het antwoord is dus in "geld"
Hoe hoog zijn de constante kosten?
€ 3.000
Wat stellen de drie punten in grafiek voor?

Slide 27 - Slide