Voorwaarden samentrekking
(1) Het feest duurde lang en (2) het feest was erg gezellig
Dezelfde functie: In beide zinnen is het feest het onderwerp
Dezelfde betekenis: het feest heeft dezelfde betekenis
Hetzelfde getal: het feest heeft hetzelfde getal
Dezelfde plek t.o.v. persoonsvorm: het feest staat vóór de pv