Intro en 3.1 Leven op het platteland

De Romeinen en het Christendom
  • Christenen weigeren om de keizer en goden te vereren.
  • Christenen werden vervolgd. 
  • Onder keizer Constantijn stond het christendom toe.
  • Andere godsdiensten werden verboden.

1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De Romeinen en het Christendom
  • Christenen weigeren om de keizer en goden te vereren.
  • Christenen werden vervolgd. 
  • Onder keizer Constantijn stond het christendom toe.
  • Andere godsdiensten werden verboden.

Slide 1 - Slide

Waarom zou de Romeinse keizer het Christendom tot staatsgodsdienst maken?
A
Meer geld van de Katholieke Kerk krijgen.
B
Meer macht, de meeste Romeinen waren christen geworden. Dan luisteren ze sneller.
C
De Romeinen stopte met geloven in meerdere goden.
D
Het Romeinse leger was volledig christen geworden.

Slide 2 - Quiz

Aan de slag:
Welke stof? Paragraaf 4: Het Christendom ontstaat
Waar vind je het? Op bladzijde 97 tot 100
Welke opgaven? Opgave 1 t/m 7
Niet af? Rest van de paragraaf is huiswerk. Er komen dus extra opgaven bij.


timer
10:00

Slide 3 - Slide

Hoofdstuk 3:
Kastelen, kloosters en steden (Oriëntatie)

Slide 4 - Slide

Na deze les weet je...
- Wanneer de middeleeuwen waren.
- 3 redenen waardoor het Romeinse Rijk uiteenviel en nieuwe koninkrijken ontstonden.
- Welke geloven belangrijk waren (Werkboek).

Slide 5 - Slide

Dit hoofdstuk gaat over de middeleeuwen: een periode van duizend jaar tussen 500 en 1500.


Slide 6 - Slide

Tijdvak 3
  • Tijd van monniken en ridders
  • 500 - 1000
  • Vroege middeleeuwen

Slide 7 - Slide

Je kunt drie redenen noemen waardoor het Romeinse Rijk uiteenviel en nieuwe koninkrijken ontstonden. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Het einde van het Romeinse Rijk



Oorzaken van het verval:


  • Volksverhuizingen bedreigen de grenzen.

  • Romeinse leger was zwak.

  • Slecht bestuur van het Rijk en steeds verschillende keizers die geen controle kregen over het gebied.

  • Plunderingen van verschillende volkeren.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Volksverhuizingen:
  • Volkeren vluchtten voor de Hunnen en andere volkeren.
  • Nieuwe volkeren komen op deze plekken te wonen.
  • Deze grote verplaatsing van Germaanse volkeren door het Romeinse Rijk, noemen we de volksverhuizingen.

Slide 13 - Slide

476 na chr. het einde

Slide 14 - Slide

3.1 De ontdekkingsplaat

Slide 15 - Slide

Afmaken en huiswerk:
Alle opgaven van 2.4 t/m de opgave van samenvatten.
Dit is dus pagina 97 t/m 103. 

Slide 16 - Slide

Aan het werk
  • Lees paragraaf 1 (bladzijde 124 + 125).
  • Maak de oriëntatie
  • Maak par 3.1: vraag 1 t/m 4 op bladzijde 127.
timer
10:00

Slide 17 - Slide