Werkwoorden op -er

1 / 16
next
Slide 1: Video
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

je (ik)
+ e
tu (jij)
+ es
il (hij)
+ e
elle (zij)
+ e
on (men/we)
+ e
nous (wij)
+ ons
vous (jullie/u)
+ ez
ils (zij, mnl)
+ ent
elles (zij, vrl)
+ ent
UITGANGEN

van de 
werkwoorden
op

-ER

Slide 2 - Slide

De uitgangen van regelmatige werkwoord op -er

Slide 3 - Slide

Sleep de uitgangen naar de juiste plek!

Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
E
ES
E
ONS
EZ
ENT

Slide 4 - Drag question

Wat is de stam van parler?

Slide 5 - Open question

Wat is de stam van marcher?

Slide 6 - Open question

Wat is de stam van danser?

Slide 7 - Open question

Wat is de stam van inviter?

Slide 8 - Open question

donner - tu ...
A
donner
B
donne
C
donnes
D
donnons

Slide 9 - Quiz

demander - nous ...
A
demandez
B
demandent
C
demandons
D
demande

Slide 10 - Quiz

manger - je ...
A
manger
B
mangez
C
manges
D
mange

Slide 11 - Quiz

danser - elle ...
A
dansons
B
danses
C
danse
D
dansez

Slide 12 - Quiz

parler - vous ...
A
parlez
B
parlons
C
parlent
D
parle

Slide 13 - Quiz

vertaal:
hij praat
A
il parles
B
il parlons
C
il parler
D
il parle

Slide 14 - Quiz

vertaal:
jij zoekt
A
tu cherches
B
tu cherche
C
tu cherchons
D
tu cherchez

Slide 15 - Quiz

Ik ken de regel om regelmatige werkwoorden op -er te vervoegen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll