Schrijven volgens de regels: korte en lange klanken

1 / 25
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijsvmbo lwooLeerroute VLLeerroute 1Leerjaar 5

This lesson contains 25 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je de woorden met meerdere lettergrepen goed schrijven. 

Korte en lange klanken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Klinkers

a-e-u-i-o-y
Medeklinkers

b-c-d-f-g-h-j-k-l-m-n-p-q-r-s-t-v-w-x-y-z
Korte en lange klanken

Slide 3 - Slide

De y (vaak i-grec of Griekse ij genoemd) is soms een klinker en soms een medeklinker. Het hangt van de uitspraak af. In woorden als baby, cyste, idylle en symbool beschouwen we de y als klinker. In woorden als yoghurt, yoga en yahtzee daarentegen is de y een medeklinker (vergelijkbaar met de j)
De klinkers
-a,-e,-u en -o
hebben soms een 
korte klank
en soms een
lange klank.
Bron: van A tot zin

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Zeg na
Bron: van A tot zin

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Zeg na
Bron: van A tot zin

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Zeg na
Bron: van A tot zin

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wanneer zeg je een korte klank en wanneer zeg je een lange klank?


Zie je twee dezelfde klinkers, dan spreek je de klank lang uit!

! Het woordje een spreek je uit als /un/ !
Bron: van A tot zin

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Zie je één klinker, dan spreek je de klank vaak kort uit.



Zie je één klinker, één medeklinker en nog een klinker, dan spreek je de eerste klank lang uit.
Bron: van A tot zin

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Lees hardop
Bron: van A tot zin

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Korte klank
f

Dit zijn woorden met een korte klank.
Korte klanken schrijf je ALTIJD met één klinker.
Bron: van A tot zin

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Korte klank, meer lettergrepen
Sommige woorden met een korte klank hebben meerdere lettergrepen.


Bron: van A tot zin

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

A. Schrijf op papier.
Schrijf de goede meervoudsvorm

Bron: van A tot zin

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

B. Schrijf op papier.
Schrijf de goede vorm van het werkwoord
Bron: van A tot zin

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

C. Vul in. Hoe schrijf je...
Bron: van A tot zin

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

D. Kijk naar het plaatje en vul in..
Bron: van A tot zin

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

lange klank
f
Dit zijn woorden met een lange klank.
Een lange klank schrijf je vaak met twee klinkers.
Bron: van A tot zin

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

lange klank, meer lettergrepen
Soms komt na een lange klank nog een lettergreep.

Bron: van A tot zin

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

E. Schrijf op papier
Schrijf de goede (meervouds)vorm.

Bron: van A tot zin

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

F. Schrijf op papier
Schrijft de goede werkwoordsvorm.


Bron: van A tot zin

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

G. Schrijf de goede vorm
Bron: van A tot zin

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

H. Kijk naar het plaatje

Vul één of twee klinkers in.


Bron: van A tot zin

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

J. Kijk naar de praatplaat
Maak woorden met een korte klank en woorden met een lange klank:

(zie volgende slide)
Bron: van A tot zin

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Bron: van A tot zin

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je geleerd?
- Wat wist je al?
- Wat gaat goed?
- Wat wil je nog leren?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions