17. beter schrijven + jeopardy

                                                je nummer?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 110 min

Items in this lesson

                                                je nummer?

Slide 1 - Slide

cansado/cansada

Slide 2 - Slide

bereid je voor:
1. el chicle, la gorra, los auriculares, la mesa y la silla
2. heb je schrift (libreta) klaar
3. heb je laptop klaar, neem een laptop van receptie als je een laptop nodig hebt.
4. OBSERVATIE: herhaald afwijzende gedrag = AN Magister
aan het einde van deze les gaan wij feedback geven

Slide 3 - Slide

¿Tienes un bolígrafo? 
sí/no tengo un bolígrafo

¿Tienes una libreta?
sí/no tengo una libreta

¿Tienes un laptop? 
sí/no tengo un laptop
Heb je een pen?
ja/ ik heb (g)een pen

Heb je een schirft?
ja/ ik heb (g)een schrift

Heb je een laptop?
ja/ ik heb (g)een laptop

Slide 4 - Slide

necesitas el laptop, una libreta y el boli

Slide 5 - Slide

 grof o bali

bolígrafo

Slide 6 - Slide

  • Basisregels van spelling en grammatica in het Spaans toepassen.
  • Veelgebruikte verbindingswoorden gebruiken om vloeiende zinnen en korte teksten te schrijven.
  • Een korte, samenhangende tekst schrijven met correcte grammatica en duidelijke structuur.

Slide 7 - Slide

hoy es ___
1. Indeling: wat valt op? 5 min
2. verbindingswoorden 10 min
3. lezen: carta informal 15min
5. escribe: peer feedback - texto.  tot pauze

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

hoy es ___
1. Indeling: wat valt op? 5 min
2. verbindingswoorden 10 min
3. lezen: carta informal 15min
5. escribe: peer feedback - texto.  tot pauze

Slide 10 - Slide

WAT valt op?
Yo gusta leer libros no tengo tiempo

  • Goed: Me gusta leer libros, pero no tengo tiempo.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Schrijf op je schrift
opsomming
y, también
en. ook
oorzaak
porque, como 
omdat, gezien dat...
gevolg
por lo tanto, entonces
dus
voowaarde
si, mientras
als, terwijl
doel
para 
omdat
tegenstelling
pero, sin embargo
aunque
maar, maar (begin van zin), ook al

Slide 13 - Slide

Gebruik: por eso, porque, entonces, después, si, mientras, excepto que, para, aunque, sin embargo
1. Me gusta mucho ir la playa, ___ hoy tengo que trabajar.
2. Voy al supermercado ahora, y ___ voy a cocinar una cena especial.
3. ___ tienes tiempo mañana, podemos estudiar para el examen.
4. Estoy escribiendo un email ___ escucho música tranquila.
5. Estoy cansada, ___ voy a dormir a las 20:00 esta noche.
6. Quiero viajar a España ___ mejorar mi español.
7. Todos van a la excursión, ___ Laura, que tiene que ir a clase
8. ___ hace mucho frío, voy a salir a correr.
9. Me encanta el chocolate; ___, no como mucho ___ tiene mucho azúcar
10. Bonusvraag: Schrijf je eigen zin met minimaal drie van de bovenstaande voegwoorden!

Oplossingen:

sin embargo
después
si
mientras
por eso
para
excepto que
aunque
entonces

Slide 14 - Slide

hoy es ___
1. Indeling: wat valt op? 5 min
2. verbindingswoorden 10 min
3. lezen: carta informal 15min
5. escribe: peer feedback - texto.  tot pauze

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

OPDRACHT 1
1. LEES DE TEKST EN ONDERSTREEP 

A) DE ONVOLTOOID TEGENWOORDIGE TIJD

B) DE TOEKOMST MET IR A (voy a, vas a, va a ezv.)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

hoy es ___
1. Indeling: wat valt op? 5 min
2. verbindingswoorden 10 min
3. lezen: carta informal 15min
5. escribe: peer feedback - texto.  tot pauze

Slide 19 - Slide

Hoe ga je feedback geven?
NEEM DE ROL VAN EN BEOORDELAAR en schrijf feedback op:
      
       Wat doen ze goed?
       Wat kan beter?
  • Let vooral op de grammatica.
  • Wat wordt er in de tekst verteld?

Slide 20 - Slide

pausa

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link