This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Geslachtelijke voortplanting
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Welke vorm van voortplanting zie je meestal bij dieren?
A
Geslachtelijk
B
ongeslachtelijk
Slide 3 - Quiz
Bij welk proces worden geslachtscellen gemaakt?
A
Mitose
B
Meiose
Slide 4 - Quiz
Hoe heet het wanneer de kern van de geslachtscellen samensmelten?
Slide 5 - Open question
Bij geslachtelijke voortplanting krijgt de nakomeling DNA van beide ouders. Dit betekent dat de erfelijke eigenschappen van de nakomeling en de ouders ....... zijn
Slide 6 - Open question
Zaadcellen en eicellen hebben _____ chromosomen. Als een zaadcel de eicel __________
dan ontstaat er een bevruchte eicel met ______ chromosomen.
10
20
23
46
bevrucht
opneemt
Slide 7 - Drag question
Bij geslachtelijke voortplanting hoeft geen geslachtsgemeenschap of seks plaats te vinden. Het geeft alleen aan dat twee geslachtscellen betrokken zijn bij de voortplanting.
Slide 8 - Slide
Bij geslachtelijke voortplanting bij planten komen deze cellen samen
A
zaadcel en eicel
B
stuifmeelkorrel en eicel
C
zaadcel en stuifmeelkorrel
Slide 9 - Quiz
Hoeveel organismen zijn betrokken bij ongeslachtelijke voortplanting?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 10 - Quiz
Bij ongeslachtelijke voortplanting zijn de nakomelingen genetisch
A
hetzelfde als de ouder
B
anders dan de ouder
Slide 11 - Quiz
Als schimmels en planten zich ongeslachtelijk voortplanten dan worden de cellen gevormd door
A
Mitose
B
Meiose
Slide 12 - Quiz
Planten bacteriën zich geslachtelijk of ongeslachtelijk voort?