De gelukkige klas - hele project

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Project de gelukkige klas 

Doelen

• Je kunt de ontwikkeling van het onderwijs vanaf 1806 in grote lijnen weergeven.
  
• Je kunt een interviewverslag schrijven.
  
• Je leert na te denken over je eigen klas en onderwijs en je kunt dit verwoorden op een aantrekkelijke manier.
  
• Je leert hoe je een zakelijke brief schrijft waarin je een idee uitlegt. 
  
• Je kunt het werk van een ander beoordelen en daar feedback op geven.
• Je leert samen te werken.
  
• Je leert te reflecteren.

Wat ga je doen?

• Je onderzoekt de geschiedenis van het onderwijs;
  
• Je interviewt iemand en schrijft een verslag hiervan;
  
• Je maakt een profielschets van je eigen klas;
  
• Je schrijft een brief aan de rector waarin je een voorstel doet voor een verandering op school.

Eindproduct 

Je maakt een (digitaal) portfolio met daarin:

• Uitwerking onderwijsgeschiedenis
  
• Een interviewverslag
  
• Vergelijking verhaalfragmenten
  
• Uitwerking ‘jouw klas’
  
• Brief aan de rector (hier krijg je een apart cijfer voor)

Je portfolio maak je bijvoorbeeld in Word of Powerpoint

Hoe ga je dat doen

• Individueel
  
• In tweetallen
  
• In groepjes van 4
  
• Je houdt in een schrift de opdrachten bij. 

• We werken 12 lessen aan dit project. 

Lesverdeling 

• Les 1: Geschiedenis van het onderwijs beschrijven
  
• Les 2: Interview voorbereiden
  
• Les 3: Onderwijs in de literatuur
  
• Les 4: Hoe is jouw klas? Gespreks- en presentatieopdracht
  
• Les 5: Verder werken aan “Hoe is jouw klas?”
  
• Les 6: Onderwijs 2032 - Stellingen
• Les 7: Voorbereiding brief schrijven aan rector - Briefconventies
  
• Les 8: Brief schrijven 
• Les 9: Elkaars brieven lezen en beoordelen
• Les 10: Pitchen
• Les 11/12 werken aan je digitale portfolio 

Les 1 - Geschiedenis onderwijs

Doelen van de les: 

• Aan het eind van deze les heb je een indruk van hoe het onderwijs zich in Nederland heeft ontwikkeld.
• Je kunt informatie opzoeken op internet
• Je kunt een pitch voorbereiden en geven

Wat weet je over (de geschiedenis van ons) onderwijs?

Les 1 - Opdracht

Vanaf 1806 is onderwijs een taak van de overheid. Sindsdien zijn er al veel veranderingen geweest. Jullie gaan op zoek naar de geschiedenis van het Nederlands onderwijssysteem. 

Je krijgt straks van je docent één onderwerp. Voer voor dit onderwerp deze opdrachten uit: 

• Beschrijf in eigen woorden deze ontwikkeling. 
• Geef aan wat de gevolgen zijn geweest voor het huidige onderwijssysteem. 
• Noteer de bronnen die je hebt gebruikt. 
• Maak een pitch van maximaal 2 minuten over jullie onderwerp 
• Bereid je pitch voor 
• De tekst van je pitch neem je op in je portfolio 

Les 1 - Geschiedenis onderwijs

Geschiedenis van het Nederlandse onderwijs in ‘vogelvlucht.’

1806 – De onderwijswet van 1806

1848 – Vrijheid van Onderwijs komt in de grondwet: hoogtepunt van de schoolstrijd

1857 – Onderwijswet van 1857

1863 – Nieuwe wet op het Middelbaar onderwijs

1874 – Kinderwetje van Van Houten.

1876 – Nieuwe wet op het Hoger onderwijs

1900 – Eerste leerplichtwet in Nederland

1920 – Gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs.

1968 – Nieuw onderwijsbestel door de Mammoetwet

1985 – Samenvoeging kleuterschool en lagere school tot Basisschool.

1993 – Wet Basisvorming in de onderbouw van de middelbare school

1998 – Invoering Tweede Fase op Middelbaar Onderwijs: de vakkenpakketten worden vervangen door profielen

1999 – Vorming VMBO uit Mavo en LBO

De Pitch

Je hebt een onderwerp gekregen over de geschiedenis van het onderwijs in Nederland. Hier ga je een pitch over geven.  Een pitch is een hele korte spreekbeurt. Je pitch duurt minimaal anderhalve minuut en maximaal twee minuten.

Het is de bedoeling dat jij je publiek informeert over jouw onderwerp. Spreek dus duidelijke taal, laat eventueel iets zien. Je kunt ook gebruik maken van een Pecha Kucha.  

STAPPENPLAN:

1. Aanspreking

Spreek je publiek aan. Wees origineel, zodat de leerlingen zin hebben om naar je te luisteren. Maak het publiek warm!

2. Inhoud

Bespreek welk onderwerp je had 

Wat zijn de gevolgen geweest voor het huidige onderwijs? 

Welke bronnen heb je gebruikt 

3. Afsluiting

Zorg voor een pakkend einde. 

Hoe?

Les 2: Interviewen

Doelen van de les: 

Je leert iemand interviewen. 

Je kunt open en gesloten vragen stellen. 

Je kunt een samenvattend interviewverslag schrijven. 

Welke interviewers ken je?

Welke vraagwoorden ken je?

Welke soorten vragen ken je?

Les 2: Opdracht

1. Binnenkring/Buitenkring. Maak twee rijen in de klas. 
2. Je gaat straks oefenen met een interview, 5 keer 2 minuten. 
   
3. Zoek samen een rustiger plekje in de klas. 
4. Je krijgt een aantal voorbeeldvragen. 
5. Bedenk wat je van deze persoon wilt weten. 
6. Vraag door! 

 

Les 2: Opdracht

1. Wie ben je? Vertel eens wat over jezelf.
2. Hoe is je thuissituatie?
   
3. Heb je huisdieren?
   
4. Wat is je lievelingseten?
   
5. Wat is je lievelingsmuziek?
   
6. Wat was jouw grootste uitdaging?
   
7. Wat was het beste advies dat je ooit kreeg?
   
8. Wie zijn je helden?
   
9. Wie heb je het laatst gebeld?
   
10. Waar heb je het laatst hard om gelachen?
    
11. Wat is je mooiste jeugdherinnering?
    
12. Wat is het belangrijkste dat je van je ouders geleerd hebt?

 

13. Wanneer was je het gelukkigst?

14. Wat deed je eens, maar nooit meer?

15. Als je één ding mocht veranderen, wat zou dat dan zijn?

16. Wie wil je nog eens de waarheid vertellen?

17. Welke verleiding kun je niet weerstaan?

18. Wanneer en waarover lieg je?

19. Wat waardeer je het meest in jezelf?

20. Wat vinden je vrienden je beste eigenschap?

21. Waar zie je jezelf over 5 jaar?

22. Welke superkracht zou je willen hebben?

23. Wat is het stomste dat je ooit gedaan hebt?

24. Als je een dier was, welke zou dat dan zijn?

Les 2: Opdracht

• Je gaat iemand interviewen die op een andere manier onderwijs heeft gehad dan jij. Denk aan je ouders/familieleden. 
• Je maakt hiervan een interviewverslag. Deze komt in je portfolio. 
• Denk er aan dat je het interview opneemt, zodat je het later terug kunt luisteren.
• Houd in je interview rekening met de 5WH1-vragen.
• Stel minimaal 7 open vragen.   

 

Les 2: Interviewverslag

In een samenvattend interviewverslag geef je de antwoorden van de geïnterviewde in eigen woorden weer. Je kunt er af en toe een letterlijke uitspraak tussen zetten om de tekst levendiger te maken. Bijvoorbeeld: Gurbes ogen beginnen te stralen als hij vertelt over het uitzicht vanaf de bergtop. Dat is het allermooiste dat hij op zijn reizen heeft gezien: ‘dat was zo adembenemend!’

Stap 1 - Je schrijft eerst de inleiding, waarin je vertelt wie je hebt geïnterviewd, waarom je voor die persoon hebt gekozen (bijvoorbeeld wat zijn werk is of waar je haar van kent) en wat het doel van het interview is (wat wil je te weten komen?)

Stap 2 - Na de inleiding komt de kern. Bij een interviewverslag bestaat de kern natuurlijk uit de vragen die je hebt gesteld en de antwoorden die daarop zijn gegeven. Schrijf alles zo op dat het lekker leest, dus in een logische volgorde, zonder taalfouten en met een afwisselende woordkeus.

Stap 3 - Tot slot schrijf je het slot. Rond het verslag af met een terugblik of conclusie. Bij het afnemen van het interview heb je de geïnterviewde bedankt. In je interviewverslag hoef je dit niet op te nemen.

Les 2: Checklist interviewverslag

• In de inleiding worden de naam van de geïnterviewde en het doel van het interview genoemd
  
• In het interview worden (vooral) open vragen gesteld
  
• Er wordt steeds maar één vraag tegelijk gesteld (en dus ook niet meerdere vragen in één)
  
• De interviewer vraagt een aantal keer door als de geïnterviewde antwoord heeft gegeven
  
• In het interview worden ten minste tien vragen gesteld
  
• Het interviewverslag is duidelijk een samenvattend interviewverslag
  
• In het interviewverslag wordt afgewisseld in woordkeus
  
• Het interviewverslag heeft een logische volgorde
  
• Het interviewverslag is informatief en amuserend
  
• Het interviewverslag heeft een duidelijk slot
  

Les 2: Opdracht

Voorbereiden

1. Bedenk wie je gaat interviewen. 
2. 
   Bedenk minimaal 5 vragen die je zou kunnen stellen, waarvan minimaal 3 open vragen. 
3. Bedenk steekwoorden voor wat je gaat zeggen aan het begin van het interview (bijv. waarom je het interview houdt)
4. Bedenk steekwoorden voor wat je gaat zeggen aan het eind van het interview (bijv. een bedankje)
5. Na 5 minuten overleggen met een klasgenoot. 
6. Vul je antwoorden aan en zorg dat je vragen, opening en afsluiting van je interview af zijn.
7. Voer het interview thuis uit.  

 

Les 3: Onderwijs in de literatuur

Doelen van de les: 

Je kunt je mening verwoorden

Je kunt een verslagje schrijven

 

Les 3: Opdracht 

1. Lees het fragment uit ‘Leraar op de fiets' van Conrad Berghoef. 

2. Beschrijf de fragmenten. Geef in ieder geval antwoord op de 5W1H vragen, bijvoorbeeld met een mindmap. 

3. Beschrijf de manier waarop er met leerlingen omgegaan wordt, de manier waarop de hoofdpersoon over onderwijs nadenkt, de reacties van de leerlingen, enz. Vergelijk dit met jouw eigen kijk en mening op onderwijs. 

4. Je schrijft hiervan een verslag van ongeveer een half A4. Dit verslag komt in je portfolio. 

Les 4 - Onderwijs in jouw klas 

Doelen van de les: 

Je kunt nadenken over je eigen klas, jouw rol en plek in de klas. 

Je kunt een mening vormen over je klas. 

Les 4 - Opdracht

Maak een groepje van 4. 

Verdeel de taken: 1 voorzitter, 1 notulist, 1 materiaalman, 1 tijdbewaarder

Opdracht 1: Maak een woordweb over deze klas. 

Bespreek: 

Zijn jullie vooral interessante individuen of vooral een groep

Is jullie klas een veilig eiland?

Hoe is de omgang tussen docenten en jullie?

Zijn jullie een gelukkige klas? 

    

Les 4 - Opdracht

Kies uit onderstaande lijst 5 onderwerpen die je bespreekt. Natuurlijk mag je ook zelf een onderwerp bedenken.

- de leiders van de klas

- de soorten leerlingen in onze klas

- de groepjes in onze klas

- What’s on everyone’s mind?

- verliefdheid en verkering

- wordt er in onze klas gepest en hoe gaat onze klas om met deze pesters?

- sport, hobby- hoge en lage cijfers

- bijzondere prestaties

- de favoriete leraar: hoe gaat onze klas om met de leraren?

- goed en minder goed onderwijs

- onze mentor

- wie mij mijn hele leven bijblijft…

-……………………

    

Les 4 en 5 - Uitwerking

Deze opdracht verwerk je tot een product,  bijvoorbeeld:

• Cabaret
  
• Cartoon
  
• Dagboekfragment
• Documentaire
  
• Fotoverhaal
  
• Organogram/woordweb
• Stripverhaal
  
• Tijdschrift
  
• Anders

Les 6 - Onderwijs 2032

Doelen van de les: 

Je kunt je mening vormen over je eigen onderwijs en ideeën voor de toekomst. 

Je kunt je mening beargumenteren. 

Wat vindt Arjen Lubach van het rapport?

Les 6 - Onderwijs 2032

Bespreek met elkaar de volgende stellingen en noteer de uitkomsten/ argumenten op de placemat.

- Jongens en meisjes verschillen te veel van elkaar met betrekking tot denkwijze en leerstrategieën en moeten daarom apart van elkaar les krijgen

- Digitaal leren is beter dan uit een boek leren.

- De manier waarop ik schrijven heb geleerd is alweer achterhaald, schrijven leren met pen en papier hoeft sowieso niet meer.

- Als de docent leuk is, is het vak ook leuk.

- Het onderwijssysteem past niet meer in deze tijd

Les 7 - Zakelijke brief 

Doelen van de les: 

Je leert de conventies die horen bij een zakelijke brief. 

Je leert het doel van een tekst bepalen. 

Je leert formele en informele woorden scheiden. 

Je kunt je mening over veranderingen op jouw school schriftelijk formuleren en beargumenteren

Je kunt een zakelijke brief schrijven en daarin de juiste briefconventies gebruiken.

Wat hoort er volgens jou in een zakelijke brief?

Wanneer schrijf je een zakelijke brief?

Les 7 - Zakelijke brief 

1. Maak de brief compleet door alle stukjes in de goede volgorde te leggen. 

2. Benoem hoe elk afzonderlijk deel heet. Kies uit:

A eigen naam, adres, eventueel telefoonnummer, e-mailadres

B naam, functie en adres van de geadresseerde

C plaats en datum: ‘Middelburg, 23 april 2019ʹ

D onderwerp: ‘Betreft: …’ (maximaal vijf woorden)

E aanhef: ‘Geachte heer/mevrouw,’

F de tekst, verdeeld in alinea’s

G groet: ‘Hoogachtend,’ of ‘Met vriendelijke groet,’

H ondertekening: je handtekening, daaronder je naam en eventueel je functie

I Bijlage(n).

3. Klaar? Lees de brief door en beantwoord straks de vragen. 

4. Ga bij een ander groepje kijken welke volgorde zij hebben. 

Wat is het doel van deze brief?

Welke woorden vind jij formeel?

Welke onderdelen horen in een zakelijke brief

Les 7 - Opdracht 

1. De vorige les heb je je mening gevormd over vernieuwingen in het onderwijs. Bedenk een verandering/vernieuwing die je op het Linde College zo snel mogelijk gerealiseerd wilt zien. 

2. Schrijf een brief aan de rector van het Linde College waarin je je ideeën voorlegt over veranderingen op het Linde College. 

3. Je brief heeft de juiste briefconventies en heeft een duidelijke indeling in inleiding, kern en slot. 

4. Je idee is helder verwoord en eventuele meningen zijn goed onderbouwd met argumenten. 

5. Indien de brief niet afkomt, maak je deze de volgende les af. 

Les 8: Brief aan de rector

Doelen van de les:

Je kunt je mening over veranderingen op jouw school schriftelijk formuleren en beargumenteren 

Je kunt een zakelijke brief schrijven en daarin de juiste  briefconventies gebruiken.

Les 8: Brief aan de rector

Deze les schrijf je je brief. De volgende les is je brief af. 

Je neemt je brief 4x uitgeprint mee.  

Les 9: Het beste idee van de klas

We lezen elkaars brieven en kiezen 5 brieven met de beste ideeën uit. 

Deze brieven worden naar de heer Osinga, de nieuwe rector van het Linde College gestuurd. Wie weet wordt er op korte termijn iets met jouw idee gedaan.

Les 10 - Pitchen

Geschiedenis van het Nederlandse onderwijs in ‘vogelvlucht.’

1806 – De onderwijswet van 1806

1848 – Vrijheid van Onderwijs komt in de grondwet: hoogtepunt van de schoolstrijd

1857 – Onderwijswet van 1857

1863 – Nieuwe wet op het Middelbaar onderwijs

1874 – Kinderwetje van Van Houten.

1876 – Nieuwe wet op het Hoger onderwijs

1900 – Eerste leerplichtwet in Nederland

1920 – Gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs.

1968 – Nieuw onderwijsbestel door de Mammoetwet

1985 – Samenvoeging kleuterschool en lagere school tot Basisschool.

1993 – Wet Basisvorming in de onderbouw van de middelbare school

1998 – Invoering Tweede Fase op Middelbaar Onderwijs: de vakkenpakketten worden vervangen door profielen

1999 – Vorming VMBO uit Mavo en LBO.

Les 11/12

Werken aan je digitale portfolio. Hierin verwerk je alle opdrachten. 

Denk aan bijvoorbeeld: Word, Powerpoint een website, LessonUp.