Tekstverbanden en signaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Tekstverbanden en signaalwoorden

Wat is een opsommend verband?

1. Ik heb een hond, een kat en drie vogels als huisdier.
2. Op zaterdag heb ik een voetbalwedstrijd en op zondag ga ik naar de stad met vrienden. Al met al heb ik een druk weekend.
3. Ik woon in een groot huis.

Welk tekstverband herken je?

Als je even voor mij naar de supermarkt gaat, mag je voor jezelf iets lekkers kopen.

1. Doel-middelverband
2. Vergelijkend verband
3. Voorwaardelijk verband

Wat is een tegenstellend verband?

1. Het regent buiten, maar ik wil toch gaan wandelen.
2. Om die reden is hij mijn minst favoriete docent.
3. Voor mijn opstel zal ik vast wel een voldoende halen, mits ik de signaalwoorden goed gebruik.

Wat is een voorbeeld van een verband oorzaak-gevolg ?

1. De kat sprong uit het raam, waarna hij op vier poten landde en meteen wegrende.
2. Doordat het regende, werd de straat glad.
3. Vroeger hield ik niet van spruitjes, maar intussen ben ik er dol op.

Hoe kan je het tekstverband 'tijdsvolgorde' herkennen?

1. Aan de signaalwoorden 'eerst', 'toen', 'daarna'
2. Aan de signaalwoorden 'omdat' en 'want'
3. Aan de signaalwoorden 'ten eerste', 'bovendien' en 'ook'

Welk tekstverband wordt gebruikt in een tekstfragment dat verschillende dingen noemt die in dezelfde categorie horen?

1. Vergelijkend verband
2. Tegenstellend verband
3. Opsommend verband
4. Concluderend verband

In welke zin wijzen de signaalwoorden
op een volgorde in tijd?

1. Ik wil langskomen. Ik heb echter geen tijd.
2. Eerst ga ik sporten, daarna kom ik langs.
3. Ik heb tijd om langs te komen en ook veel zin.

Op welk tekstverband wijzen de
signaalwoorden 'daardoor' en 'zodat'?

1. oorzaak-gevolg
2. opsomming
3. conclusie
4. tegenstelling

Op welk tekstverband wijzen de
signaalwoorden 'want' en 'omdat'?

1. opsomming
2. conclusie
3. tegenstelling
4. reden

Op welk tekstverband wijzen de
signaalwoorden 'maar', 'toch' en 'echter'?

1. opsomming
2. tegenstelling
3. reden
4. conclusie

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband 'voorbeeld'?

1. neem nou, zoals
2. kortom, concluderend
3. daarentegen, toch

Signaalwoord

Geen signaalwoord

maar

   aan

worden 

 want

Hoewel

  slecht

Signaalwoorden 

van voorbeeld

Signaalwoorden 

van voorwaarde

Signaalwoorden van opsomming

Signaalwoorden van oorzaak&gevolg

Signaalwoorden van tegenstelling

Signaalwoorden van tijdsvolgorde

vervolgens

echter

omdat

ten tweede

mits

bijvoorbeeld

als

zoals

vervolgens

hierdoor

want

maar

daarentegen

ook

Lees de tekst en beantwoord daarna vragen

 Welke twee signaalwoorden zitten er in zin 2?

1. ze - aan
2. aan - met
3. toen - haal
4. eerst - toen

  Om welk tekstverband gaat het in zin 2?

1. volgorde in tijd
2. opsomming
3. reden
4. conclusie

Lees de tekst

Signaalwoord

Geen signaalwoord

 

   ook

   aan

  word

   zo

  door

  slecht

Tekstverband = voorbeeld

Tekstverband = opsomming

Tekstverband = tegenstelling

 

   ook

  bijvoorbeeld

    zo

    maar