2. Vroeger en nu (voorwerpen)

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 3

This lesson contains 27 slides, with text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.

Slide 1 - Slide

Vroeger en nu

Slide 2 - Slide

Lesinhoud
  • De leerlingen inventariseren verschillen tussen vroeger en nu. 
  • Met van thuis meegebrachte spullen richten ze in de klas een kleine tentoonstelling over vroeger in.

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  • De leerlingen vergelijken deze tijd met vroeger en leren zo het onderscheid tussen ‘nu’ en ‘(heel) lang geleden’. 
  • Ze krijgen het inzicht dat veel dingen vroeger anders waren dan nu. 
  • Ze kunnen afbeeldingen van bekende voorwerpen in de juiste tijd plaatsen.

Slide 4 - Slide

Vroeger
  • Weet iemand wat ‘vroeger’ betekent? 
  • Kan iemand een gebeurtenis noemen die ‘vroeger’ was? (je eigen geboorte)
  • Wat was nog langer geleden? (de geboorte van je ouders)
  • En nóg langer geleden? (de geboorte van opa en oma, en de geboorte van hún ouders… enzovoort)

Slide 5 - Slide

Laat uw oude voorwerp zien. 

  • Waaraan zie je dat? (materiaal, beschadigingen, functie, uit de mode…) 
  • Heeft iemand iets thuis wat heel oud is? Wat bijvoorbeeld?
  • Weet iemand misschien ergens een heel oud gebouw? En een heel nieuw gebouw? Of iets anders wat heel oud is?

Slide 6 - Slide

Bouwen/wonen

Slide 7 - Slide

Bouwen/wonen
Samen kijken:
modern huis
huis uit de middeleeuwen

Samen praten:
Hoe kun je zien wat het nieuwst is?
En wat het oudst? (materiaal, bouwstijl, ruimte)

Slide 8 - Slide

Vervoermiddelen

Slide 9 - Slide

Vervoermiddelen
Samen kijken:
foto uit 2009 met auto, scooter, fietsen, spoorbomen
marskramer te voet in de middeleeuwen

Samen praten:
Hoe kun je zien wat het nieuwst is?
En wat het oudst? (vorm, model, omgeving, oudst = geen auto)

Samen praten en kijken:
Welke gaat het snelst? Welke het langzaamst?
Heeft iedereen nu een auto? En vroeger, hoe kon je je toen verplaatsen? (te voet, paard, paard en wagen, boot) 
Had iedereen een paard? Wie had een paard? (ridders, rijke mensen) 
En een koets? (heel rijke mensen) Wie moest lopen? (arme mensen)

Slide 10 - Slide

Kleding

Slide 11 - Slide

Kleding
Samen kijken:
modern geklede mensen
een middeleeuwse koopman en zijn vrouw

Samen praten:
Hoe kun je zien wat het nieuwst is?
En wat het oudst? (stijl, mode, haardracht, materiaal)
Vertel iets over de kleding in de middeleeuwen: iedereen had een hoofddeksel; vrouwen droegen nooit een broek; broeken en rokken hadden geen zakken, de mensen hadden hun geldbuidel en mes aan hun riem of gordel hangen.

Ook leuk: verschillende figuren hebben een lepel in hun muts; men nam toen altijd zijn eigen lepel mee! En vorken, die hadden ze niet.

Slide 12 - Slide

Thema 4 – Wat doen de kinderen?

Slide 13 - Slide

Wat doen de kinderen?
Samen kijken:
kinderen in een moderne klas
middeleeuwse kinderen spelen maar moesten ook vaak werken

Samen praten:
Hoe kun je zien wat het nieuwst is?
En wat het oudst? (onder andere aan de kinderen zelf en aan de klas, de omgeving)

Samen kijken en praten:
Hoe komt het dat er heel vroeger helemaal geen kinderen in de klas zitten?
Wat doen ze wel? (werken; ze zitten dus niet op school)
En wat leren zij dus niet? (lezen, schrijven, rekenen…)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Schrijfgerei

Slide 17 - Slide

Schrijfgerei
Samen kijken:
pen
ganzenveer

Samen praten:
Hoe kun je zien wat het nieuwst is?
En wat het oudst? (het nieuwste is van plastic, het nieuwste komt uit de fabriek)
Waar is de ganzenveer van gemaakt?

Samen kijken en praten:
Roep terug in de herinnering: konden kinderen/mensen heel lang geleden allemaal schrijven? (nee)

Slide 18 - Slide

Communicatiemiddelen

Slide 19 - Slide

Communicatiemiddelen
Samen kijken:
cd, televisie, boek
een troubadour

Samen praten:
Hoe kun je zien wat het nieuwst is?
En wat het oudst? (aan de vorm, het materiaal, de omgeving enz.)

Samen kijken en praten:
Als je nu iets te weten wilt komen, of muziek wilt luisteren, hoe doe je dat dan?
Heel vroeger waren er nog maar heel weinig boeken en nog geen kranten. 
De mensen hoorden het nieuws doordat er iemand langs kwam die muziek maakte en verhalen vertelde. 
Wijs indien nodig nog eens op de kinderen die heel vroeger níét op school zaten. 
Immers: niet iedereen kon lezen!

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Tentoonstelling over de middeleeuwen
Vraag de leerlingen iets van thuis mee te nemen dat met vroeger te maken heeft: een boek met of  speelgoed (Playmobil), een bordspel met een thema, attributen bij verkleedkleren…

Slide 27 - Slide