Week 4 -2C

Vandaag

  • Leg je boek (+schrift) klaar. Pen/potlood. 

  • GEEN TASSEN OF ANDERE SPULLEN OP TAFEL.

timer
3:00
1 / 37
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with text slides.

Items in this lesson

Vandaag

  • Leg je boek (+schrift) klaar. Pen/potlood. 

  • GEEN TASSEN OF ANDERE SPULLEN OP TAFEL.

timer
3:00

Slide 1 - Slide

Vandaag
SO bespreken
Budgetlijn oefenen
Opdrachten 20 t/m 23

Slide 2 - Slide

SO

Wat vonden jullie ervan?

Steek je hand op!

Slide 3 - Slide

SO

Alternatief aanwendbaar

Slide 4 - Slide

SO
Alternatief aanwendbaar

De mogelijkheid hebben om een middel voor verschillende dingen in te zetten

Slide 5 - Slide

SO

Inkomen 

Slide 6 - Slide

SO
Inkomen 

Het geld dat binnenkomt voor je huishouden

Slide 7 - Slide

SO

soorten inkomen 


Slide 8 - Slide

SO
soorten inkomen 

Inkomsten uit arbeid
Inkomsten uit bezit
Overdrachtsinkomen


Slide 9 - Slide

Tips voor het volgende SO
  1. Leer de begrippen kennen door ook de samenvatting goed te lezen.
  2. Lees goed wat de vraag is; vragen we om een soort of een voorbeeld?
  3. Lees altijd je antwoorden nog eens door.
  4. Vul altijd een antwoord in.

Hebben jullie nog tips?


Slide 10 - Slide

Leerdoel
Ik kan een budgetlijn tekenen.

Slide 11 - Slide

Budgetlijn

Slide 12 - Slide

Berekenen budgetlijn
formule?

Slide 13 - Slide

Berekenen budgetlijn
Hoeveel berekeningen maak je?

Slide 14 - Slide

Budgetlijn stappen
  1. Teken het assenstelsel
  2. Vul de formule in
  3. Berekening Px= 0 -> Py max
  4. Berekening Py= 0 -> Px max
  5. Teken de budgetlijn

Slide 15 - Slide

Samen maken
opdracht 20
blz 14

Slide 16 - Slide

Opdracht 20 - figuur 3
Mo wil minimaal een half uur bellen. De rest gebruikt hij voor uitgaan. Hoeveel avonden kan hij uit?

Slide 17 - Slide

Opdracht 20 a - figuur 3
Mo wil minimaal een half uur bellen. De rest gebruikt hij voor uitgaan. Hoeveel avonden kan hij uit?

2 keer!

Slide 18 - Slide

Opdracht 20 b - figuur 3
Tim wil maximaal uitgaan en minimaal een kwartier bellen. Hoe vaak kan Tim uit?

Slide 19 - Slide

Opdracht 20 b - figuur 3
Tim wil maximaal uitgaan en minimaal een kwartier bellen. Hoe vaak kan Tim uit?

2 keer!

Slide 20 - Slide

Opdracht 20 c - figuur 3
Je belt een uur. Bereken of je volledige budget gebruikt is.

Slide 21 - Slide

Opdracht 20 c - figuur 3
Je belt een uur. Bereken of je volledige budget gebruikt is.

Nee want een uur is 4 kwartier. 4 x 5 = €20,00 Het inkomen is €45,00. Je hebt €25,00 over voor uitgaan.

Slide 22 - Slide

Aan de slag!
Heeft iedereen een schrift?
Blz 14 + 15
opdr 21 t/m 23

Zelfstandig aan de slag
Heb je een vraag? Steek je hand op!
timer
10:00

Slide 23 - Slide

Huiswerk
Heeft iedereen een schrift?
Blz 14 + 15
opdr 21 t/m 23

Maandag 3e uur

Slide 24 - Slide

Opdracht 21 a
De budgetlijn is een voorbeeld van een model.
Wat kun je leren met dit model?

Slide 25 - Slide

Opdracht 21 a
De budgetlijn is een voorbeeld van een model.
Wat kun je leren met dit model?

Met dit model kun je aangeven wat de verhouding is tussen de uitgaven van uitgaan en bellen.

Slide 26 - Slide

Opdracht 21 b
De budgetlijn is een voorbeeld van een model.
Beschrijf twee beperkingen van het model 'budgetlijn'.

Slide 27 - Slide

Opdracht 21 b
De budgetlijn is een voorbeeld van een model.
Beschrijf twee beperkingen van het model 'budgetlijn'.

  1. De keuze is beperkt tussen twee producten.
  2. Je kijkt alleen naar de twee producten, andere factoren die van invloed zijn op je keuze, laat je buiten beschouwing.

Slide 28 - Slide

Opdracht 22
Per jaar kun je €120 uitgeven aan concerten en bioscoop. Een concert kost gemiddeld €40. De bioscoop kost €7,50.

Stel de formule op van de budgetlijn en teken de budgetlijn.

Slide 29 - Slide

Opdracht 22
  1. Teken assenstelsel
  2. Formule 120 = 7,5x + 40y 
  3. Bioscoop bezoek x = 0 -> 120 = 7,5x × 0 + 40y -> y = 3
  4. Concerten y = 0 -> 120 = 7,5x + 40 × 0 -> x = 16
  5. Teken de punten in de grafiek en trek daartussen een rechte lijn.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Opdracht 23a
Loes en Bibi gaat samen op vakantie. Ze hebben in totaal €1500 te besteden.  Ze besteden hun geld aan eten (€40 per keer) of bezoek aan musea ( €25 per keer).

Teken de budget lijn. Noem deze lijn a.

Slide 32 - Slide

Opdracht 23a
  1. Teken assenstelsel
  2. Formule 1500= 40x + 25y
  3. Eten x = 0 -> 1500 = 40 x 0 + 25y -> y =60
  4. Musea y = 0 -> 1500= 40x + 25 x 0 -> x =37,5
  5. Teken de punten in de grafiek en trek daartussen een rechte lijn. Noem de lijn a.

Slide 33 - Slide

Opdracht 23b
Bibi verliest haar portemonnee en hierdoor zijn de meiden €150 van hun budget kwijt. Teken opnieuw de budgetlijn. Noem deze lijn b.

Slide 34 - Slide

Opdracht 23b
  1. Assenstel heb je!
  2. Formule 1350= 40x + 25y
  3. Eten x = 0 -> 1350 = 40 x 0 + 25y -> y =54
  4. Musea y = 0 -> 1350= 40x + 25 x 0 -> x =33,75
  5. Teken de punten in de grafiek en trek daartussen een rechte lijn. Noem de lijn b.

Slide 35 - Slide

Opdracht 23c
Bibi wilt u alleen nog maar in goedkopere restaurants eten (€30 per keer) om geld te besparen. Teken de nieuwe budgetlijn. Noem deze lijn c.

Slide 36 - Slide

Opdracht 23b
  1. Assenstel heb je!
  2. Formule 1350= 30x + 25y
  3. Eten x = 0 -> 1350 = 30 x 0 + 25y -> y =54
  4. Musea y = 0 -> 1350= 30x + 25 x 0 -> x =45
  5. Teken de punten in de grafiek en trek daartussen een rechte lijn. Noem de lijn c.

Slide 37 - Slide