gehen & bleiben (Seite 250)
blijven >> bleiben (als iemand op 1 plek blijft)
zB: ich bleibe zu Hause, ihr bleibt wo ihr seid!
blijven >> noch immer, die ganze Zeit
= niet vertalen als dit niet op 1 plek blijven betekent
zB: het blijft regenen: es regnet noch immer/die ganze Zeit.
Aufgabe 8 (Seite 250)