De twee conflicten:
- 1: Arthur is overleden; 2 de politieagenten komen in Roxy’s huis.
- Wat lijkt ze het ergst te vinden?
5 Roxy lijkt de aanwezigheid van de agenten een groter probleem te vinden dan de dood van Arthur. De meeste mensen zouden in een vergelijkbare situatie reageren met ongeloof, verdriet, ontzetting. Roxy stelt dus in ieder geval andere prioriteiten dan ‘gewone’ mensen zouden doen.
6 Eigen antwoorden, bijvoorbeeld:
Eigenzinnig/origineel, gesloten, onzeker/verlegen/bevangen + toelichting.
7 Eigen antwoord
en zijn:
de agenten, (de wasmachinereparateur,) Roxy’s dochter,
de oppas, Arthur.
- Wie zou je aanmerken als tegenspeler?
- Omdat Roxy’s bijzondere karakter vooral aan het licht komt bij haar omgang met vreemden zou je kunnen zeggen dat de agenten in dit fragment haar tegenspelers zijn. Arthur zou ook in aanmerking kunnen komen (ook al is hij overleden), omdat hij blijkbaar een minnares had. Het zou logisch zijn dat Roxy’s verdere handelen daarop acteert.