Woordformules

Woordformules
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Woordformules

Slide 1 - Slide

Pijlenketting 
Bij een berekening in woorden kun je een pijlenketting maken. 

Op de pijlen staan de berekeningen (x : + - )

Bij IN-getal staat het begingetal
Bij UIT-getal staat het antwoord

Slide 2 - Slide

Voorbeeld
Bij een kudde met schapen kun je het aantal poten berekenen met:
Het aantal schapen keer 4 is het aantal poten

In een pijlenketting:
aantal schapen       x4             aantal poten
  IN getal                                        UIT getal

Slide 3 - Slide

Rekenen met pijlenkettingen
24 : 3 = 8
Er zijn 8 kano's nodig
a
38 : 3 = 12,67
Met 12 kano's kan niet iedereen mee,
dus er zijn 13 kano's nodig
b

Slide 4 - Slide

Zelf een pijlenketting maken

Slide 5 - Slide

Stappenplan pijlenketting maken

1) Bereken een aantal voorbeelden
2) Schrijf de regel in woorden op
3) Maak een pijlenketting bij de regel in woorden

VB:

Slide 6 - Slide

Wat kunnen we nu:

- Een regel met woorden maken
- Van die regel met woorden een       
   pijlneketting maken
- Rekenen met een pijlenketting
Huiswerk voor maandag:
Maken t/m 12

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Nu andersom:
Van pijlenketting naar formule
IN -getal
UIT getal
Pijlenketting:
Formule:
aantal kranten x 0,50 + 2 = weekloon
Aantal 
kranten
x 0,50
+2
Weekloon

Slide 9 - Slide

Maak formules van de volgende pijlenkettingen
1.


2.


3.

Slide 10 - Slide

Wat kunnen we nu:

- Een regel met woorden maken
- Van die regel met woorden een       
   pijlneketting maken
- Rekenen met een pijlenketting
- Van een pijlenketting een formule maken

Slide 11 - Slide

Vragen?
Oefenen
aantal x 6 + 30 = kosten
a
aantal x 0,9 + 5 = lengte
b
aantal x 0,4 - 9 = hoogte
c

Slide 12 - Slide

Formule maken uit tekst

1) bereken een aantal voorbeelden
2) schrijf de regel in woorden en maak de pijlenketting
3) maak van de pijlenketting de formule
voorbeeld

Slide 13 - Slide

Oefenen
Kaartjes voor een optreden kosten €12,- per stuk. Je betaald eenmalig €7,50 servicekosten

Maak een formule waarmee je de totale prijs kan berekenen
aantal kaartjes x 12 + 7,50 = totale kosten

Slide 14 - Slide

Warming-up
De schilder die het huis komt schilderen rekent €15,- per uur. Daarnaast moet je nog €35 voorrijkosten betalen.

a) Maak een formule waarbij je de kosten kan berekenen voor een aantal uur
b) Bereken wat het kost als de schilder 9 uur bezig is. 

Slide 15 - Slide

Vandaag:

* Rekenen met formules
* Tabel maken bij een formule

Slide 16 - Slide

Rekenen met formules
IN getal                                       UIT getal
aantal maanden x 5 + 140 = spaargeld

1) Vul het IN-getal in
2) Bereken het UIT-getal
3) Schrijf je antwoord op
Voorbeeld: Hoeveel heb je gespaard na 8 maanden?
1) IN getal is 8  --->   8 x 5 + 140 = spaargeld
2)                                      40 + 140 = 180
3) Je hebt dan €180,-  gespaard.

Slide 17 - Slide

Tabel maken bij een formule
Als je meerdere IN-getallen uitrekent kun je die in de bovenste rij van een tabel zetten. De uitkomsten (UIT-getallen) zet je dan in de onderste rij.
IN getal                                       UIT getal
aantal maanden x 5 + 140 = spaargeld

Aantal maanden
0
1
2
3
4
Spaargeld

Slide 18 - Slide

Huiswerk voor maandag
Maken t/m 28

Slide 19 - Slide