Netwerklaag: De laag van het OSI-model die verantwoordelijk is voor het leveren van dataoverdracht tussen verschillende netwerken. IPv4 en IPv6: Protocollen die worden gebruikt voor het adresseren en routeren van gegevens op de netwerklaag. Routering: Het proces waarbij een router de bestemming van een pakket bepaalt door te kijken naar zijn routingtabel. ARP: Address Resolution Protocol, gebruikt om het MAC-adres dat overeenkomt met een IPv4-adres te vinden. ND: Neighbor Discovery, een onderdeel van ICMPv6 gebruikt in IPv6-netwerken voor adresresolutie. Default gateway: Een netwerkapparaat, meestal een router, dat verkeer kan routeren naar andere netwerken. Routingtabel: Een lijst in een router die alle bekende netwerkadressen bevat en waar pakketten heen gestuurd moeten worden.