H-3 Par. 3.3 Wind Deel-2

H4 Lucht
Hoofdstuk 3 Lucht
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

H4 Lucht
Hoofdstuk 3 Lucht

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 3 Lucht
Paragraaf 3 Wind Deel-2

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet wat een hoge- en een lagedrukgebied zijn en of de luchtdruk erbinnen hoger of lager is dan erbuiten.
  • Je kunt uitleggen wat de windrichting, windsnelheid en windkracht zijn.
  • Je kunt uitleggen hoe wind ontstaat.
  • Je kunt uitleggen waarom wind een afkoelend effect heeft.
  • Je kunt uitleggen waarom lucht een warmte-isolator is.

Slide 3 - Slide

Lesplanning
Nakijken en bespreken opdracht Het Weer in Teams
Nakijken en bespreken de vragen van par. 3.3
Leesopdracht par. 3.4

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Beoordeling huiswerk 
in Teams en op Nova

Ik maak een overzicht in Excel van het gemaakte werk in Teams .
Ook hou ik het gemaakte werk in Nova bij.
Het overzicht wordt via de mail met jullie gedeeld.

Slide 7 - Slide

Bespreking vragen van par. 3.3
We bespreken de vragen 2, 3, 7 en 8

Slide 8 - Slide

Leesopdracht par. 3.4
Paragraaf 3.4 bestaat uit 4 alinea's:
  • Waterdamp in de lucht
  • Het dauwpunt
  • Het ontstaan van stapelwolken
  • Mooiweerwolken en buienwolken
Lees elke alinea minstens één keer aandachtig door. Noteer de kerngedachte van elke alinea op de vier volgende sheets.

Slide 9 - Slide

Noteer hieronder in eigen woorden de kern van de alinea
"waterdamp in de lucht"

Slide 10 - Open question

Noteer hieronder in eigen woorden de kern van de alinea
"Het dauwpunt"

Slide 11 - Open question

Noteer hieronder in eigen woorden de kern van de alinea
"Het ontstaan van stapelwolken"

Slide 12 - Open question

Noteer hieronder in eigen woorden de kern van de alinea
"Mooiweerwolken en buienwolken"

Slide 13 - Open question

Bespreking van deze alinea's

Slide 14 - Slide

2

Slide 15 - Video

00:27
Welk fase heeft het water dat zich in de lucht rondom ons heen bevindt?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas

Slide 16 - Quiz

02:41
Vul in en kies uit "meer" of "minder".
Hoe hoger de temperatuur, hoe ............ waterdamp er in de lucht kan zitten.

Slide 17 - Open question

2

Slide 18 - Video

05:34
Het dauwpunt is de temperatuur waarbij waterdamp vloeibaar water wordt. Welke fase-overgang vind er dan dus plaats?
A
verdampen
B
smelten
C
condenseren
D
stollen

Slide 19 - Quiz

07:39
Welke fase heeft het water in de wolken?
A
gas
B
vloeibaar
C
vast
D
condenseren

Slide 20 - Quiz

Dauwpunt
Grafiek begrijpen, kunnen gebruiken en kunnen uitleggen
In de grafiek hiernaast zie je het verband tussen de maximale hoeveelheid waterdamp in de lucht en de temperatuur.

Voorbeeld:
bij 10 gr. Celsius kan er maximaal 10 gram waterdamp in één kubieke meter lucht zitten.

Slide 21 - Slide

Dauwpunt
Grafiek begrijpen, kunnen gebruiken en kunnen uitleggen
In de grafiek hiernaast zie je het verband tussen de maximale hoeveelheid waterdamp in de lucht en de temperatuur.

Vraag:
In een hoeveelheid lucht zit 20 gram waterdamp per kubieke meter. Wat is het dauwpunt van deze lucht?

Slide 22 - Slide

Opdracht
Lees par. 3.4 goed door.
Kijk naar het filmpje over mooiweerwolken en buienwolken
op de volgende sheet.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video