Quiz Nederland na 1945

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Leerdoel

Aan het eind van deze les heb je de stof voor het proefwerk herhaalt en weet je waar je nog extra aandacht aan moet geven.

Opdracht

In tweetallen

maak de formatieve test 1 

Opdracht

In tweetallen

maak de formatieve test 2

Opdracht

Individueel

maak de samenvattingsopdracht

Cultureel-mentale ontwikkelingen in 

Nederland na 1945

Quiz

Welk begrip past het beste bij de verzuiling?

1. levensovertuiging
2. multiculturele samenleving
3. consumptiemaatschappij
4. zwevende kiezers

Op deze foto uit 1951 zie je een pastoor op huisbezoek. Bij welke zuil hoort deze afbeelding?

1. De katholieke zuil
2. De socialistische zuil
3. De liberale zuil
4. De protestante zuil

Welke zin past het beste bij de levensstijl van de mensen in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog?

1. Mensen waren zuinig, werkten hard en waren gehoorzaam aan leiders.
2. Mensen verdienden zoveel, dat ze allerlei luxe spullen kochten.
3. Mensen hadden veel contact met mensen uit verschillende zuilen.
4. Er waren veel verschillende jongerenculturen.

Wat vonden de meeste mensen belangrijk in de jaren meteen na 1945?

1. hoge lonen
2. gelijkheid
3. individualisering
4. wederopbouw

Bij welk antwoord staan drie begrippen die horen bij de 'normen en waarden' die golden in de jaren vlak na de Tweede Wereldoorlog?

1. zuinigheid, fatsoen en vrijheid
2. vakantie, individuele vrijheid en politieke experimenten
3. gehoorzaamheid, aandacht voor het gezin, geloof
4. zuinigheid, politieke experimenten en individuele vrijheid

Waardoor werd de amerikanisering mogelijk?

1. door de verzuiling
2. door de opkomst van de massamedia
3. door de tweede feministische golf
4. door het onderwijs

Je ziet hier drie oorzaken en een gevolg. Wat is het GEVOLG?

1. toenemende welvaart
2. komst van massamedia
3. ontstaan van jongerenculturen
4. ontstaan van de consumptiemaatschappij

"Soms waren wij agressief. Wij reden vaak op brommers rond, waren zelfbewust, gekleed in spijkerbroek en leren jack en uitgedost met een vetkuif naar het model van ons idool Elvis Presley".

Bij welke jeugdstijl past dit?

1. hippies
2. provo's
3. punkers
4. nozems

Welke twee dingen passen goed bij provo's?

1. trouwen en verzet tegen de overheid
2. verzet tegen de overheid en grappige acties
3. studenten en love and peace
4. popmuziek en vetkuiven

Op het plaatje zie je de zanger Elvis Presley.

Welke jeugdstijl had Elvis Presley als idool?

1. De nozems
2. De hippies
3. De hiphoppers
4. De punkers.

Sinds wanneer mogen vrouwen in Nederland stemmen?

1. 1888
2. 1901
3. 1919
4. 1952

In de jaren 50 werkte de vader buitenshuis. De moeder deed het huishouden en verzorgde de kinderen.
Hoe heet deze verdeling?

1. rollenpatroon
2. handelings-onbekwaamheid
3. emancipatie
4. verzuiling

Welke van onderstaande opmerkingen horen alleen bij de Eerste Feministische Golf (dus niet bij de Tweede Feministische Golf)?

Opmerking 1: 'Baas in eigen buik!' (zie plaatje)
Opmerking 2: 'Toegang tot hoger onderwijs!'
Opmerking 3: 'Gelijk loon voor gelijk werk!':
Opmerking 4: 'Kiesrecht voor vrouwen!'

1. Opmerking 2 en 4
2. Opmerking 1 en 2
3. Opmerking 2 en 3
4. Opmerking 1 en 4

Wat waren de doelen van de feministen van de Tweede Feministische Golf?

1. De anticonceptiepil moest gratis beschikbaar komen.
2. Vrouwen moesten kiesrecht krijgen.
3. Het verbod op abortus moest worden opgeheven.
4. Vrouwen moesten toegang krijgen tot de universiteit.
5. De taken in het huishouden moesten eerlijker worden verdeeld.

1. 1, 3 en 5
2. 2, 3 en 4
3. 1, 2 en 3
4. 2, 3 en 5

In welke periode was Dolle Mina actief?

1. 1890 - 1910
2. 1870 - 1920
3. 1945 - 1989
4. 1970 - 1979

Welke uitspraak is / zijn waar?
1. Het ontstaan van de jeugdcultuur had te maken met de geboortegolf en de stijgende welvaart.
2. Jongeren maakten zich niet druk om de Derde Wereld en de Vietnamoorlog.
3. De provo's daagden de gezagdragers uit.
4. De hippies hielden van de consumptiemaatschappij.

1. geen enkele
2. 1 en 3
3. 1, 2 en 3
4. alle vier

Wat is de juiste volgorde?

1. gastarbeiders
2. Surinamers
3. mensen uit Nederlands-Indië

1. 1-2-3
2. 2-3-1
3. 3-1-2
4. 1-3-2

Van welke groepen verwachtte de overheid dat ze na enige tijd zouden remigreren?

1. Indonesiërs en Surinamers
2. Gastarbeiders en asielzoekers
3. Indonesiërs en asielzoekers
4. Surinamers en gastarbeiders

Wat is de juiste volgorde?
1. de lonen mogen weer stijgen.
2. wet gelijke lonen wordt aangenomen
3. oprichting Dolle Mina
4. begin van de wederopbouw

1. 1-2-3-4
2. 1-2-4-3
3. 4-1-2-3
4. 4-1-3-2

Heel veel succes volgende week!

Leerdoel?

Wat zijn je aandachtspunten voor het proefwerk?

Werken aan:

paragraaf 3 als deze niet af is

test jezelf van paragraaf 1,2 en 3

examenopdrachten van hoofdstuk 4