This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
2024/2025
Boeken en zo...
Introductie Epiek
Prooemium
Slide 1 - Slide
Boeken en zo...
Jullie hebben:
Tekstboek 'Van Aeneas naar Augustus. Van mythe naar werkelijkheid'
Een (aanteken)schrift
Woordenboek
Slide 2 - Slide
Onze eindexamen-auteur is:
A
Cicero
B
Livius
C
Vergilius
D
Seneca
Slide 3 - Quiz
Vergilius schreef:
A
Liefdesverzen
B
epische dichtwerken
C
geschiedschrijving
D
Over de Gallische Oorlogen
Slide 4 - Quiz
In deze lessonup...
Vergilius'
thema's
taaleigen
examenboek
termen
verloop schooljaar
Slide 5 - Slide
Stijl Vergilius
epische poëzie, naar het voorbeeld van
Homerus' Ilias en Odyssee
(een epos, maar in dichtvorm)
verheven stijl! (geen sjtraat-taal)
alles in het metrum van de dactylische hexameter
veel stijlfiguren/stijlmiddelen
pathos
alwetende verteller
Slide 6 - Slide
CE Latijn 2024
Wat kun je verwachten?
Slide 7 - Slide
CE Latijn 2024
581 regels (pittig) Latijn
circa 25 regels per week (in het begin minder, aan het einde meer...)
'Vertaaldonderdag'? (blokuur)
woorden leren
Slide 8 - Slide
Vergilius noemde zijn boek
A
De Bello Gallico
B
dactylische hexameter
C
de Aeneis
D
The Lord of the Rings
Slide 9 - Quiz
Wat is een epos?
A
groot verhaal waarin helden en goden een rol spelen
B
zoiets als een Hollywood-blockbuster
C
de Aeneis
D
The Lord of the Rings
Slide 10 - Quiz
de Sybille (profetes)
Aeneas
Dido
Juno
Ascanius
Onze hoofdrolspelers
Slide 11 - Slide
Wij lezen dus 581 regels uit Vergilius' Aeneis in het Latijn. Hoeveel regels telt het werk in totaal?
A
1523
B
3023
C
6323
D
9823
Slide 12 - Quiz
Dat is dus maar een kleine 6 % in het Latijn (en dat zal bloed, zweet en - misschien wel - tranen kosten) . Daarnaast moet je wel een aantal stukken in het Nederlands lezen (en kennen).
Slide 13 - Slide
Er gelden in een zesde klas Latijn maar drie regels:
bijhouden, bijhouden en bijhouden
... en herhalen
Slide 14 - Slide
Wat kenmerkt de Aeneis?
de rol van het fatum
Veel aandacht voor de belangrijke Romeinse waarden (deugden of virtutes): pietas (plichtsbesef),
iustitia (rechtvaardigheid),
clementia (mildheid)
Slide 15 - Slide
Termen
enkelvoud: singularis sg
meervoud: pluralis pl
vrouwelijk: femininum f
mannelijk: masculinum m
onzijdig: neutrum n
bijwoord: adverbium adv
bijvoeglijk naamwoord: adiectivum adi
zelfstandig naamwoord: substantivum subst
Slide 16 - Slide
PTA's G6
Slide 17 - Slide
Nog eens checken. Sleep de termen naar de bijbehorende afkortingen
m
sg
adi
pl
adv
n
subst
f
enkelvoud
meervoud
vrouwelijk
mannelijk
onzijdig
bijwoord
bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
Slide 18 - Drag question
Op welke datum is het CE Latijn?
A
maandag 12 mei 2025
B
Vrijdag 16 mei 2025
C
dinsdag 20 mei 2025
D
donerdag 18 mei 2026
Slide 19 - Quiz
Syllabus!! (superkorte samenvatting van alles wat je goed moet kennen)
lees samen p.298-304 en markeer ondertussen de belangrijke zaken!
Slide 20 - Slide
Kenmerken van het traditionele epos
lange, verhalende tekst
één handeling van één personage
alwetende verteller
verheven stijl van schrijven
voorname personages met belangrijke rol voor goden
hoog moreel gehalte
dactylische hexameter
Slide 21 - Slide
Het Griekse Epos
Oudste Griekse epen: Illias en Odyssee van Homerus
Waarschijnlijk ontstaan in 8e eeuw v. Chr. na lange mondelinge traditie
Op schrift vastgelegd, rond 800-700 v. Chr.; bijna 28.000 verzen (!)
Beide beperkt qua tijd: Ilias 51 dagen van de Trojaanse Oorlog, Odyssee laatste deel van de tocht en thuiskomst (flashback).
Begin én hoogtepunt Europese literatuur (de eerste blockbuster).
Naast heldenepos: didactisch epos of leerdicht
Slide 22 - Slide
Het Epos in de Hellenistische tijd
Na dood van Alexander de Grote: periode van Hellenisme
Vermening Griekse en Oosterse cultuur
Alexandrië wordt intellectuele centrum door Bibliotheek
Epische poëzie, geschreven door geleerde dichter: poeta doctus
Voorbeelden:
Appolinus Rhodius - Argonautica; geeft aetiologieën of verklaringen
Callimachus - Aetia (Oorzaken) ("Een groot boek, een groot kwaad")
Deze Alexandrijnen hebben grote invloed op de latere Romeinse dichters
Slide 23 - Slide
Het Romeinse Epos
270 v. Chr.: Latijnse vertaling van Odyssee door Livius Andronicus
Daarna: ontstaan van eigen Romeinse traditie
Doel: imitatio en aemulatio (denk aan Messi en Ronaldo)
Ennius (239-168): geschiedenis van Rome vanaf devlucht van Aeneas uit Troje, presenteert zich als alter Homerus.
Vanaf 1e eeuw voor Chr.: leerdichten over natuurwetenschap en filosfie
Lucretius: De rerum natura, gebaseerd op theorieën van Epicurus
Slide 24 - Slide
Publius Vergilius Maro (70-19)
Bucolica/Eclogae (39): herdersgedichten; vermenging historische werkelijkheid met onbezorgde herdersleven
Georgica (29): leerdicht in vier boeken over de landbouw, bos- en wijnbouw, veeteelt, bijenteelt.
Aeneïs (19): nationale Epos van de Romeinen over Trojaan Aeneas
In de Aeneïs komt de invloed van Homeros, de Alexandrijnen en de andere Griekse en Romeinse invloeden tot een geslaagde synthese.
Slide 25 - Slide
Publius Ovidius Naso (43 v. chr. - 17 na Chr.)
Ovidius' bekendste werk is de Metamorphoses.
250 korte verhalen, los met elkaar verbonden en allemaal eindigend met een gedaanteverandering.
Thema's: geweld, bedrog, overspel, niet alleen door mensen maar ook door goden
anti-epos: metamorphose van de epische traditie
Slide 26 - Slide
Vergilius vs. Homerus
IMITATIO en AEMILATIO
Homerus schreef twee grote epen:
Ilias: 24 boeken, beschrijft 51 dagen uit de strijd om Troje
Odyssee: 24 boeken, beschrijft de tienjarig zwerftocht van Odysseus op weg naar huis