PVB training les 2

PVB training
Les 2
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GroenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3,4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

PVB training
Les 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

weet jij je over stekken en zaaien?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Planning PVB training
Week 1: Staltypes en voerberekening

Week 2:  Stekken, zaaien , vruchtwisseling

Week 3: Messttof berekening​​, Wadi ​​, Tuingereedschappen​




Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Ongeslachtelijk vermeerderen
Vegetatief vermeerderen
ongeslachtelijk vermeerderen
Het is vermeerderen zonder bevruchting: 
een deel van een bestaande plant groeit uit tot een nieuwe plant

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Het is vermeerderen zonder bevruchting: 
een deel van een bestaande plant groeit uit tot een nieuwe plant

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voordelen ongeslachtelijk vermeerderen
  • Kans op ziektes verminderen door sterke moerplant te nemen
  • nakomelingen zijn gelijk aan moerplant
  • snel veel nieuwe planten produceren

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Stekvormen
  • Verschillende onderdelen plant te gebruiken
  • Je snijdt of knipt delen van de plant af
  • Op het wondweefsel vormen zich nieuwe wortels
  • gebruik een scherp en schoon mes

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Stekvormen
  • Hielstek: zijtak met stengelweefsel
  • Kop- en tussenstek: bovenste of tussenstuk van stengel
  • Wortelstek: ondergrondse stengels of wortelstokken
  • Bladstek: planten vormen op blad nieuwe plant
  • Winterstek: in winter (rustperiode) takken van heester knippen en in de grond zetten

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is vegetatief vermeerderen?
A
Geslachtelijk vermeerderen
B
Ongeslachtelijk vermeerderen
C
Vegetatie vermeerderen
D
Vegetariërs

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is stekken?
A
Een plant in de grond zetten
B
Het vermeerderen van planten
C
Een ander woord voor gereedschap dat de teler gebruikt
D
Plantenvoeding

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Stekgrond
speciale stekgrond:
  • luchtig
  • waterdoorlatend
  • weinig voedingsstoffen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is het meest belangrijk als je een moerplant kiest?
A
Dat de plant sterk en gezond is
B
Dat de plant mooi bloeit
C
Dat de plant snel groeit

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is goede stekgrond?
A
stevige, watervasthoudende grond met veel voedingsstoffen
B
stevige, waterdoorlatende grond met weinig voedingsstoffen
C
luchtige, watervasthoudende grond met veel voedingsstoffen
D
luchtige, waterdoorlatende grond met weinig voedingsstoffen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welk deel van de plant gebruik je om een winterstek te maken?
A
de bladeren van wintergroene heesters
B
de ondergrondse wortels van wintergroene heesters
C
de koppen van een plant in de winter
D
de takken van een heester in de winter

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Doe- opdracht
  1. Bekijk de film in de volgende dia.
  2. Schrijf nauwkeurig iedere stap op.
  3. Vergelijk jouw stappen met je buurvrouw/-man.
  4. Controleer je stappen bij de docent.
  5. Ga nu zelf een stek maken volgens het stappenplan dat jij zelf gemaakt hebt.
timer
10:00

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Stappen bij stekken
  • Een potje vullen met potgrond
  • Met je vinger een gat maken in het midden van de pot
  • Onderste bladeren van stekje verwijderen
  • Bloemknoppen verwijderen
  • Steel netjes schuin afsnijden
  • Stekje met steel in stekpoeder dopen
  • Afkloppen
  • Stekje in het gaatje in de pot steken
  • Stekje aanaarden en lichtjes aandrukken
  • Grond een beetje vochtig maken
  • Afdekken met plastic
  • Op lichte plek zetten, maar niet in de volle zon

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Generatieve vermeerdering
Generatieve vermeerdering = geslachtelijke vermeerdering

Als twee individuen van dezelfde soort seks met elkaar hebben en elkaar bevruchten

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Geslachtelijke voortplanting
Als de kernen van een eicel en zaadcel samensmelten.
Generatief vermeerderen 

Slide 20 - Slide

mannelijk stuifmeel op de vrouwelijke stamper
Wat is generatief vermeerderen?
A
Geslachtelijk vermeerderen
B
Ongeslachtelijk vermeerderen
C
Generatie vermeerderen
D
Generatie overslaan

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Zaaien
  • Zaad leggen, groot zaad
      bv. zonnebloem
  • Breedwerpig zaaien, verdelen over groot oppervlak, bv. graszaad
  • zaaien in rijen, bv groentes en granen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Zaaien
Kleine zaden               Middelgrote                          Grote zaden
                                        zaden              

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Zaaien doe je in de grond, dat noem je een zaaimedium. 
Dat moet:



  • Luchtig zijn
  • Goed vocht vast kunnen houden
  • Goed warmte op kunnen nemen
  • Fijn (niet te grof) van structuur zijn
  • Voedselarm zijn
  • Vrij van ziektekiemen zijn
  • Onkruidvrij zijn

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Hieronder staan 4 vormen van vermeerdering, welke hoort bij welke, sleep de afbeeldingen naar de juiste manier van vermeerderen.
Generatieve vermeerdering
Vegetatieve vermeerdering

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Theorie: Vruchtwisseling 
Vruchtwisseling = na elke oogst van een gewas moet er een ander gewas op het stuk grond. 

Omdat: 
- de bodem moe wordt. 
- ziekten en plagen voorkomen. 
- het moet van de overheid. 

Hoe: 
- Door het maken van een teeltplan 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Theorie: Teeltplan 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Theorie: Teeltplan 
Teeltplan = meerjarenplan met de juiste vruchtwisseling. 

De groentefamilies: 
  • Bladgewassen 
  • Koolgewassen
  • Peulgewassen 
  • Aardappelen
  • Wortelgroente 
  • Vruchtgroente 


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Theorie: opdracht
Bedenk bij elke gewassoort minimaal 3 voorbeelden. 

  • Bladgewassen 
  • Koolgewassen
  • Peulgewassen 
  • Aardappelen
  • Wortelgroente 
  • Vruchtgroente 


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Waarom past een akkerbouwer vruchtwisseling toe?
A
De akkerbouwer hoeft dan niet te bemesten.
B
De akkerbouwer kan de grond dan makkelijker bewerken.
C
Vruchtwisseling is goed voor de bodemstructuur.
D
Vruchtwisseling zorgt voor een lager stikstofgehalte in de bodem.

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Praktijk: 7 stappen
  1. Maak een tweetal 
  2. Lees de praktijkopdracht door 
  3. Overleg met elkaar wie wat doet 
  4. Doorloop de stappen van de werkwijze
  5. Laat het resultaat aan de docent zien
  6. Ruim de materialen op 
  7. Maak je werkplek schoon 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting: 
Denk na over deze vragen: 
  • wat vond ik leuk aan deze les? 
  • wat heb ik onthouden?
  • wat zou ik het liefst weer vergeten?
  •  wat lukte mij goed? 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions