Les 8: Hofcultuur: Renaissance: theater

Renaissance
theater en dans 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Renaissance
theater en dans 

Slide 1 - Slide

Huiswerk bespreken
vragenblok 10 en 12

Slide 2 - Slide

 Theater in Italië
Voorbereiding: 
je hebt pagina 40 t/m 45 van je boek gelezen voor de les en de stof verwerkt in je samenvatting.

Slide 3 - Slide

Zoektocht naar de klassieke uitvoering
Theater op straat:
Commedia Dell'Arte

Slide 4 - Slide

6

Slide 5 - Video

01:00-01:09
Middeleeuwen werden gekenmerkt door de mysterie-, passie en mirakelspelen.

Slide 6 - Slide

02:33-02:37
Nieuw! Theater naar binnen halen!

Slide 7 - Slide

02:48
Wat was nog meer nieuw?
A
Klassieke stukken in de moderne tijd plaatsen.
B
Stukken schrijven in eigen beheer.
C
Kerkelijke stukken in de eigen taal ipv Latijn
D
Klassieke stukken in de eigen taal ipv latijn

Slide 8 - Quiz

04:00
Waarom zag de gewone man zelden een voorstelling erudiete komedie?

Slide 9 - Open question

06:14
Noem 3 voorbeelden van theatervormgeving die in de renaissance nieuw waren of hernieuwd werden.

Slide 10 - Open question

07:34
Leg in je eigen woorden uit wat Commedia dell'Arte is.

Slide 11 - Open question

Commedia Dell'Arte
Commedia Dell'Arte is komisch volkstoneel dat ontstaat uit het reizende theater op straat. Commedia Dell'Arte bestaat uit geïmproviseerd (groot!) spel rondom een vaste rode draad met vaste karakters onderbroken door lazzi

Voor het eerst vrouwen op het toneel!

Slide 12 - Slide

Wie is wie? 

Slide 13 - Slide

Het succes van de vaste types binnen de commedia dell'arte heeft alles te maken met de voorspelbare karakters. Leg uit waarom dit bij het publiek zo populair is.

Slide 14 - Open question

Bekijk het filmpje op de volgende dia. Noem 2 kenmerken van de commedia dell'arte op het gebied van spel (S) en 1 kenmerk op gebied van vormgeving (V).

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Video

Elizabethaans theater

Slide 17 - Slide

Kenmerken Engels theater 16e en 17e eeuw
- Vaste theaters i.p.v rondreizend.

- Theater is voor alle lagen van de bevolking.

- Gezelschappen worden beschermd door de adel.

- Gezelschappen hebben hun eigen theatergebouw (vaak buiten de stad).

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

William Shakespeare
  • Eerste moderne toneelschrijver:
         - geen herhaling van de klassieken, eigen stukken
         - stukken niet gebaseerd op religieuze verhalen
         - tijdloze, universele thema's: menselijk

  • Hij schreef tragedies, komedies, historiestukken, romantische drama's

  • Grote invloed op Engelse taal

  • Personages zijn gelaagd, niet alleen goed of slecht. Emoties / thema's als macht, afgunst,  achterbaksheid, verleiding, twijfel, waanzin, beïnvloeding, hartstocht.


Slide 20 - Slide

Shakespeare: nog steeds modern
- Nog steeds veel gespeeld vanwege tijdloze thema's
- Veel adaptaties (bewerkingen)
                                      

                                       =     

Slide 21 - Slide

Renaissance: dans

Slide 22 - Slide

Hofdans: gezelschapsdans
  • Uitgevoerd tijdens intermezzi: tussen de gangen door. 
  • Sociale aspect belangrijk: ontmoeten, beleefdheid, plezier, flirten.
  • Suite: reeks dansen, vaak van rustig naar druk.
    Dansen hebben eigen tempo en maatsoort. 

  • Voorbeelden  van dansen in een suite: 
- basse danse (langzaam, statig, zonder sprongen)



- volta (wilde dans, sprongen, vrouw wordt opgetild)
- verder: moresca, saltarello, pavane, gaillarde. 
Dansen hebben eigen tempo en maatsoort. 

Slide 23 - Slide

Hofdans: theatraal
  • Soms richting totaaltheater (voorloper van opera): https://www.lambo.nl/node/14
  • Hovelingen dansen zelf, naast beroepsdansers. Technisch niet hoogstaand (beperkt door kleding / schoenen)
  • Kunnen dansen = statusverhogend!


  • Figuurdans (theaterdans): patronen over de vloer, goed te zien door de vorst (die hoog zit). Ook 'balletti' genoemd. 

Slide 24 - Slide

Zelfstandig werken (dus alleen!)
Kies zelf wat je wil doen (en in welke volgorde):

  • huiswerk van vorige keer (muziek) komen bespreken in 2- of 3-tallen

  • maken vragenblok 22, 23, 24 en/of 25 (over dans en theater)

  • - zelfstudie: beeldhouwkunst: blz. 34 t/m 37 lezen en samenvatten

  • vragen stellen over de toetsstof




Slide 25 - Slide