woordenschat thema 5

woordenschat thema 5
Vervoer 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 23 min

Items in this lesson

woordenschat thema 5
Vervoer 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
we gaan de themawoorden bij thema 5 oefenen
Waarom? 
zodat je de betekenis van de woorden kent en ze in verschillende zinnen kunt plaatsen 

Slide 2 - Slide

Klaar? 
Daar gaan we..

Slide 3 - Slide

Welk woord weg?
Sem heeft een .........voor de bus waarmee hij in het weekend mag reizen
A
zitplaats
B
dienstregeling
C
reisplanner
D
abonnement

Slide 4 - Quiz

Welk woord weg?
Het .................voor mijn school is erg druk
A
spits
B
verkeer
C
reis
D
vervoer

Slide 5 - Quiz

Welk woord weg?
Tijdens de ..........is het erg druk
A
verkeer
B
openbaar vervoer
C
spits
D
verkeersongeluk

Slide 6 - Quiz

Een conducteur...
A
Zorgt voor een nette trein
B
controleert je treinkaartje
C
bestuurt de trein
D
arresteert lastige reizigers

Slide 7 - Quiz

Welk woord weg?
Als je met de bus wilt heb je een geldig...........nodig
A
ID-kaart
B
bezoekerskaart
C
vervoersbewijs
D
paspoort

Slide 8 - Quiz

Spits
vervoersbewijs 
dienstregeling
conducteur 
abonnement
chauffeur 

Slide 9 - Drag question

Het vervoer is..
A
Het verplaatsen van dieren
B
Het verplaatsen van mensen
C
Het verplaatsen van dingen
D
A, B en C zijn goed

Slide 10 - Quiz

Leg in je eigen woorden zo duidelijk mogelijk uit wat een abonnement is

Slide 11 - Open question

Einde van de oefening

Slide 12 - Slide

Bekijk bladzijde 18/ 19 boek

Slide 13 - Slide

Maak:

Opdracht 1 bladzijde 8 
opdracht 2 (start blz 20) 
Opdracht 3 ( start blz 22)

Klaar ? pak je leesboek 



Slide 14 - Slide