Positief en negatief gedrag
Uitbeelden: De hele school is een uur eerder uit. Er gaat een groep richting de bushalte. De bus komt aan. Iedereen wil graag zitten. Het is druk in de bus. Achterin zitten al een paar meisjes die jonger zijn. Wesley loopt naar ze toe en roept:
Sta eens op, ik wil hier zitten! De meisjes schrikken en staan op. Wesley ploft neer op de stoel. Bij de volgende stop, stapt een zwangere vrouw in en zij gaat staan naast de stoel van Wesley. Wat gaat Wesley nu doen?
We spelen het eerst negatief daarna positief