3 Basis - H6 Gemengde opdrachten

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

1a: Drie chocoladerepen kosten samen €2,43. Bereken hoeveel één losse reep kost. Schrijf je antwoord zo: … euro

1b: De beheerder van de kantine koopt de repen in de supermarkt en verkoopt ze voor €1,10 per stuk. Hoeveel winst maakt hij per stuk? Schrijf je antwoord zo: … euro

2a: Hoeveel gram is 0,722 kg?
Schrijf je antwoord zo: … gram

2b: Je ziet hier een prijskaartje van bananen. Alleen de prijs is weggevallen. 

Zet de getallen op de juiste plek in de tabel en bereken. In de volgende vraag moet je deze opschrijven

€
gram

2,69

1

722

1000

2b: Hoeveel kosten de bananen?

1. € 1,95
2. € 3,73
3. € 1,94
4. € 3,75

2c: Je krijgt 35% korting op de bananen. Hoeveel kosten ze dan?

1. € 5,54
2. € 1,25
3. € 5,55
4. € 1,26

3a: Eén tompouce kost normaal 0,75 euro. Hoeveel betaal je normaal voor 4 tompouces?

3b: hoeveel euro korting krijg je nu op 4 tompouces?

1. € 0,75
2. € 2,25

3b (vervolg): welke tabel is juist ingevuld?

1. 
2. 
3. 
4. 

3c: krijg je bij deze aanbieding meer of minder dan 20% korting? Leg je antwoord uit.

artikel	prijs	korting in %	korting in €	te betalen
jas	€ 80,-
broek	€ 67,-
overhemd	€ 35,-
T-shirt	€ 25,-

4a: Een kledingzaak geeft iedere klant 4 stickers om zelf de korting te bepalen. Je koopt de kleding in de tabel. Sleep de stickers naar de juiste kleding zodat je zo min mogelijk hoeft te betalen.

30%

30%

20%

15%

artikel	prijs	korting in %	korting in €	te betalen
jas	€ 80,-	30%
broek	€ 67,-	30%
overhemd	€ 35,-	20%
T-shirt	€ 25,-	15%

4b: Vul de rest van de tabel in

€3,75

€46,90

€7

€21,25

€28

€24

€56

€20,10

Bij welke bureaustoel is het goedkoopst?

1. stoel A
2. stoel B
3. stoel C