Thema 2, week 4 Woordendictee

Samengesteld woord
Bij veel samenstellingen kun je de woorden aan elkaar plakken, zoals

huis en dier = huisdier.
school en plein = schoolplein
Soms kan dat niet. Dan gebruik je één of meer tussenletters zoals de -e- of -en-
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Samengesteld woord
Bij veel samenstellingen kun je de woorden aan elkaar plakken, zoals

huis en dier = huisdier.
school en plein = schoolplein
Soms kan dat niet. Dan gebruik je één of meer tussenletters zoals de -e- of -en-

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

tussenletters -en-
Je gebruikt de tussenletters -en- als het eerste woord in het meervoud -en heeft.

Boek heeft -en in het meervoud (boeken), dus boekenkast.
het boek
de kast
de boeken
de kast
tussenletters -en-

Slide 3 - Slide

1. tussenletters -e-
Als het eerste woord geen zelfstandig naamwoord is

Zoals
hoog + de school = de hogeschool

hoog is geen zelfstandig naamwoord.
plat + het land =
het platteland

Slide 4 - Slide

2. tussenletters -e-
Als het eerste woord in het meervoud geen -en heeft.

de rijst + de pap.
Rijst heeft geen –en in het meervoud, je zegt niet rijsten

dus rijstepap.



rood + de kool =
de rodekool

Slide 5 - Slide

3. tussenletters -e-
Als het eerste woord maan of zon is, zoals zonnestraal.

de maan + schijn =
de maneschijn

Slide 6 - Slide

4. tussenletters -e-
Als het eerste woord een bijvoeglijk naamwoord sterker maakt, zoals beresterk.

de reus + groot =
reuzegroot

Slide 7 - Slide

5. tussenletters -e-
Een aantal onthoudwoorden schrijf je ook met -e-, zoals apekool.


jokkebrok
Als het woord begint met een werkwoord dan haal je de -n- weg

Slide 8 - Slide

1. tussenletters -s-
Je gebruikt de tussenletter s als je deze hoort
stad + bus =
stadsbus


dorp + straat =
dorpsstraat


station + plein =
sationsplein

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Thema 2, week 4, Woordendictee

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide